Grammatica opdr 9 tm 13 (SLR)

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
na deze les:
- weet je wat een splitsbaar werkwoord is.
- kun je benoemen wat een lidwoord (LW) is.
- kun je benoemen wat een zelfstandig naamwoorde (znw) is. 

Slide 2 - Tekstslide

Verdeel deze zin in zinsdelen.
Zet tussen elk zinsdeel een -

'Ruben ruimt zijn kamer op'.

Slide 3 - Open vraag

Ruben - ruimt - zijn kamer - op.
Wie - wat gebeurt er - wat - ??

Het woordje OP hoort bij RUIMT
het hele werkwoord is OPRUIMEN
maar soms moet je dat woordje splitsen. 
Dat noemen we een splitsbaar werkwoord. 

Slide 4 - Tekstslide

splitsbaar ww
Niet splitsbaar ww
aanraken
kopieren
doorgeven
afsteken
proberen

Slide 5 - Sleepvraag

Wat was ook alweer een lidwoord?

Slide 6 - Woordweb

Lidwoorden (LW)
Er zijn 3 lidworden:
DE  -  HET   -  EEN

Lidwoorden staan altijd voor zelfstandige naamwoorden. 

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden (ZNW)
  • Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die je gebruikt voor mensen, dieren, planten en dingen. 
  • Je kunt er een lidwoord voor zetten. 
  • Je kunt er een meervoudsvorm en een verkleinwoord van maken. 

bijvoorbeeld: 

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld
blad
het blad   -   de bladeren (meervoud)   -   het blaadje (verkleinwoord)

fiets
de fiets   -   de fietsen (meervoud)   -    het fietsje (verkleinwoord

Slide 9 - Tekstslide

Noteer alle lidwoorden:
'De baby at het hele bakje met geprakte banaan op.'

Slide 10 - Woordweb

Noteer alle zelfstandige naamwoorden:
Mijn opa heeft een knalgele auto met rode wielen.

Slide 11 - Woordweb

Huiswerk
Maak opdracht 9 tm 13
blz 72 tm 74

Slide 12 - Tekstslide