Karin S2B zelfstandig naamwoorden

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat was ook alweer een lidwoord?

Slide 2 - Woordweb

Lidwoorden (LW)
Er zijn 3 lidworden:
DE  -  HET   -  EEN

Lidwoorden staan altijd voor zelfstandige naamwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden (ZNW)
  • Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die je gebruikt voor mensen, dieren, planten en dingen. 
  • Je kunt er een lidwoord voor zetten. 
  • Je kunt er een meervoudsvorm en een verkleinwoord van maken. 

bijvoorbeeld: 

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld
blad
het blad   -   de bladeren (meervoud)   -   het blaadje (verkleinwoord)

fiets
de fiets   -   de fietsen (meervoud)   -    het fietsje (verkleinwoord

Slide 5 - Tekstslide

Kijk rond in het lokaal en noteer iets wat je ziet wat een znw (zelfstandig naamwoord) is.

Slide 6 - Open vraag

Noteer alle lidwoorden:
'De baby at het hele bakje met geprakte banaan op.'

Slide 7 - Woordweb

Noteer alle zelfstandige naamwoorden:
Mijn opa heeft een knalgele auto met rode wielen.

Slide 8 - Woordweb

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord
A
hitte
B
hersenen
C
rode
D
Eindhoven

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk voor vrijdag 15 sept 2e uur
Maak opdracht 1 t/m 4 blz 31 en 32 

app grammatica en spelling
1 les persoonsvorm zoeken
1 les zelfstandig naamwoord zoeken

cijfers opslaan

Slide 10 - Tekstslide

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord
A
Peter
B
zwemmen
C
verdriet
D
Noordzee

Slide 11 - Quizvraag