Ron S2A zelfstandig naamwoorden en Lidwoorden

Taalverzorging 1
Zelfstandige naamwoorden                                                Lidwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging 1
Zelfstandige naamwoorden                                                Lidwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lidwoorden (LW)
Er zijn 3 lidworden:
DE  -  HET   -  EEN

Lidwoorden staan altijd voor zelfstandige naamwoorden. (behalve als er een bijvoeglijk naamwoord is toegevoegd)
De fatbike
De gave fatbike (gave is bijgevoegd).

Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden (ZNW)
  • Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die je gebruikt voor mensen, dieren, planten dingen en 'eigen namen'.
  • Je kunt er vaak een lidwoord voor zetten. 
  • Je kunt er vaak meervoudsvorm en een verkleinwoord van maken. 

bijvoorbeeld: 

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld
blad
het blad   -   de bladeren (meervoud)   -   het blaadje (verkleinwoord)

fiets
de fiets   -   de fietsen (meervoud)   -    het fietsje (verkleinwoord)

Maar dus ook:
Jordy, Parijs, Eindhovenseweg

Slide 4 - Tekstslide

wat is het zelfstandige naamwoord
A
dure
B
horloge

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het zelfstandige naamwoord?
A
betaling
B
erge

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Pieter-Jan
B
Amsterdamse

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
bruiloft
B
gouden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord
A
hitte
B
hersenen
C
rode
D
Eindhoven

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord
A
Peter
B
zwemmen
C
verdriet
D
Noordzee

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen zelfstandig naamwoord
A
fatbike
B
Erik
C
heuvel
D
naar

Slide 11 - Quizvraag

Werkwoorden herkennen

Slide 12 - Tekstslide

Maakwerk:
Opdracht 1 gezamenlijk.

Opdracht 3, 4, 7 en 8 zelfstandig

Klaar? Op niveau Online: Zelftoets 

Slide 13 - Tekstslide