Les 8 - Blok 5 Spelling: werkwoordspelling en bijvoeglijk naamwoord
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
- Lesdoel: wat leren we vandaag?
- Voorkennis ophalen: wat weet je al over spelling?
- Uitleg blok 5 Spelling: werkwoordspelling en voltooid deelwoord
- Zelfstandig werken/verlengde instructie
- Antwoorden bespreken
- Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van de les...
✓ kan ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen
✓ kan ik de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen
✓ kan ik een voltooid deelwoord correct spellen
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief (heel werkwoord)
Slide 4 - Tekstslide
Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:
1. Persoonsvorm
- Hij loopt naar buiten
2. Voltooid deelwoord
- Hij heeft naar buiten gelopen
3. Heel werkwoord
- Wij lopen naar buiten
Slide 5 - Tekstslide
Persoonsvorm in tegenwoordige tijd
Onderwerp
Vorm
Voorbeeld
Enkelvoud (1)
Ik, ....jij?
stam
Ik loop
Loop jij?
Enkelvoud (2)
jij, u, hij, zij, het
stam+t
Jij loopt
Hij loopt
Meervoud
wij, jullie, zij
stam+en
Wij lopen
Jullie lopen
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
1. [vinden] ..... jij dat de school ver weg is?
2. [worden] Zij ..... later een advocaat
3. [verhuizen] De kinderen ..... volgende week naar Spanje
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
1. Vind jij dat de school ver weg is?
2. Zij wordt later een advocaat
3. De kinderen verhuizen volgende week naar Spanje
Slide 8 - Tekstslide
Zwakke en sterke werkwoorden: wat is het verschil?
Slide 9 - Woordweb
Persoonsvorm in verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden (sterke ww) zijn werkwoorden waarbij een klank verandert in de verleden tijd
✓ ik zwem / ik zwom - ik denk / ik dacht - hij loopt / hij liep
Klankvaste werkwoorden (zwakke ww) zijn werkwoorden waarbij de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. Je schrijft dan een -te(n)/-de(n) achter de stam van het woord.
Bij welke gebruik je Kofschip en waarom?
Slide 10 - Tekstslide
Persoonsvorm in verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden (sterke ww) zijn werkwoorden waarbij een klank verandert in de verleden tijd
✓ ik zwem / ik zwom - ik denk / ik dacht - hij loopt / hij liep
Klankvaste werkwoorden (zwakke ww) zijn werkwoorden waarbij de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. Je schrijft dan een -te(n)/-de(n) achter de stam van het woord.
Bij welke gebruik je Kofschip en waarom?
Slide 11 - Tekstslide
Persoonsvorm in verleden tijd
De stinkbom ontplofte/ontplofde op de gang langs alle lokalen
Stap 1: noteer de stam van het werkwoord (stam = hele ww -en)
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de stam
Stap 3: zit de laatste letten in X 'Kofschip?
- ja: ik-vorm+te(n)
- nee: ik-vorm+de(n)
Slide 12 - Tekstslide
Persoonsvorm in verleden tijd
De stinkbom ontplofte op de gang langs alle lokalen
Stap 1: noteer de stam van het werkwoord (stam = hele ww -en)
ontploffen - en = ontplof
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de stam
ontplof
Stap 3: zit de laatste letten in X 'Kofschip?
- ja: ik-vorm+te(n)
Slide 13 - Tekstslide
Welke zin(nen) bevat een voltooid deelwoord (vdw)
Wij gaan lopend naar school
De kinderen hebben gegeten
Ik heb vannacht geslapen
Slide 14 - Tekstslide
Welke zin(nen) bevat een voltooid deelwoord (vdw)
Wij gaan lopend naar school
De kinderen hebben gegeten
Ik heb vannacht geslapen
Slide 15 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen
(voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm
van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.
Slide 16 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
=> Voltooid deelwoord herken je aan:
Slide 17 - Tekstslide
Hoe spel je een voltooid deelwoord?
Stap 1: Bekijk of het een sterk of een zwak werkwoord is
Stap 2: Sterk werkwoord -> eindigt meestal op -en (uit je hoofd leren)
Stap 3:Zwak werkwoord -> eindigt op een t of een d (X 'T Kofschip)
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeldzin (samen)
(douchen) De baby heeft voor het eerst ..... in de ochtend
(rijden) De bus is ons voorbij .....
(dansen) Gisteravond hebben we .... op mijn oma's feestje
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeldzin (samen)
De baby heeft voor het eerst gedoucht in de ochtend
De bus is ons voorbij gereden
Gisteravond hebben we gedanst op mijn oma's feestje
Slide 20 - Tekstslide
Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Blok 5 Spelling
Blz. 190/192 opdr. 1, 6, 7 en 8
Hoe
Boek
Hulp
Zelfstandig / verlengde instructie (bij mij)
Tijd
20 minuten
Klaar?
Huiswerk controleren
timer
20:00
Slide 21 - Tekstslide
Rondvraag: behaald?
Aan het einde van de les...
✓ kan ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen
✓ kan ik de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen