De speech les 3

De speech
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

De speech

Slide 1 - Tekstslide

Argumentatie
                           Eugène Sutorius (professor strafrecht)


Als we denken dat we het met alleen de argumenten wel halen, komen we van een koude kermis thuis.
“Niet meer dan 50% van beslissingen in de rechtszaal berust slechts op argumentatie”

Slide 2 - Tekstslide

Retorica van Aristoteles
Argumenteren zelf is een talige bezigheid, maar om te overtuigen is vaak meer nodig dan alleen een goed argument. Binnen de argumentatieleer richt de retorische leer zich op de kunst van de welsprekendheid of het overtuigen. Aristoteles verstaat onder ‘retorica’ de “vaardigheid om geschikte overtuigingsmiddelen te vinden om in een redevoering te gebruiken” (bron [1] p. 49).

Drie overtuigingsmiddelen
- ethos
- pathos 
- logos

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ethos
Ethos is direct of indirect verwijzen naar de eigen kwaliteiten van de spreker, of van een andere autoriteit. Ethos is volgens Aristoteles het sterkste overtuigingsmiddel: “een publiek dat vertrouwen heeft in de spreker zal geneigd zijn diens standpunt te aanvaarden”. Als een spreker zijn taalgebruik aanpast aan het publiek dat hij voor zich heeft, houdt de spreker rekening met de ethos. Het gebruiken van bekendheden in reclamecampagnes kan ook als typisch voorbeeld worden gezien.

Slide 5 - Tekstslide

Ethos



(Hoef je niet helemaal te kijken!)
Robert Kennedy over de dood van Martin Luther King                                                    Best man speech (Four weddings and a funeral)







- binding met het onderwerp                                                                                                       - zelfrelativering maakt je sympathiek
- ik ben een van jullie (gedeeld doel met publiek)                                                              - begrip tonen en complimenten geven 
Het publiek moet jou als persoon gaan vertrouwen

Slide 6 - Tekstslide

Pathos
Pathos is inspelen op de emoties van het publiek. De “I have a dream”-speech van Martin Luther King is een prachtig voorbeeld van sterk gebruik van pathos, maar ook wervingscampagnes waarop zielige kinderen of stervende dieren zijn te zien vallen onder het gebruik maken van dit overtuigingsmiddel. Als we dit verder doortrekken kunnen we ook reclamecampagnes die ons het gevoel geven dat we ergens bij moeten horen onder pathos scharen.

Slide 7 - Tekstslide

Pathos




  
  Mad Men 'The carousel'
Spreek de emoties van je publiek aan

Slide 8 - Tekstslide

Logos
Logos is overtuigen door middel van argumenten, waarbij de logica van groot belang is. Waar pathos een beroep doet op het hart, doet logos een beroep op het hoofd. Alle logische gevolgtrekkingen vallen hieronder. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Opdracht presentatie:
Hoe worden ethos, pathos en logos in de speeches verwerkt en welke retorische middelen worden daarbij ingezet? 

ethos: jou als persoon gaan vertrouwen
pathos: de emoties van het publiek aanspreken
logos: overtuigen met goede/ logische argumenten


Slide 19 - Tekstslide