In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom A2D
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
Blz. 240.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
- Je leert wat een goed interview is en hoe je een goed interview kunt houden.
Slide 3 - Tekstslide
Aan de slag
- Nakijken opd. 8 en 9 op blz. 40-41 en opd. 3 en 4 op blz. 42 (de antwoorden staan in je mail)
Klaar?
- Maak opd 5 t/m 12 op blz. 42-44.
- Opdracht 8a: bijvoorbeeld: meertaligheid en discriminatie; meertaligheid en ontwikkelingsvoorsprong of juist achterstand; meertaligheid en sociale relaties.
Slide 4 - Tekstslide
belichamen
A
elk ander mens
B
wat het bewonderen waard is
C
een menselijke vorm aan iets geven
D
bijeenbrengen
Slide 5 - Quizvraag
de nieuwlichterij
A
ergens de tijd voor nemen
B
nieuwigheid
C
allerlei
D
globaal, niet grondig
Slide 6 - Quizvraag
afhankelijk zijn van
A
hulp van iemand nodig hebben
B
wat het bewonderen waard is
C
karakterisering op basis van vooroordelen
D
bijeenbrengen
Slide 7 - Quizvraag
lineair
A
in de lengte
B
mondeling
C
allerlei
D
globaal, niet grondig
Slide 8 - Quizvraag
weerleggen
A
met argumenten aantonen dat het niet juist is
B
officiële beschuldiging
C
uit je eigen land
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 9 - Quizvraag
allerhande
A
uitbreiden
B
mondeling
C
allerlei
D
globaal, niet grondig
Slide 10 - Quizvraag
depressief
A
elk ander mens
B
in een zeer sombere stemming
C
beroemd
D
heel hevig
Slide 11 - Quizvraag
oppervlakkig
A
uitbreiden
B
mondeling
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
globaal, niet grondig
Slide 12 - Quizvraag
de legende
A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
oud verhaal dat waarschijnlijk niet helemaal waar is
C
beroemd
D
heel hevig
Slide 13 - Quizvraag
het perspectief
A
punt van waaruit je naar iets kijkt
B
mondeling
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 14 - Quizvraag
de aanklacht
A
zeer direct
B
officiële beschuldiging
C
opschudding
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 15 - Quizvraag
het blikveld
A
allerlei
B
wat je om je heen kunt zien door alleen je ogen te bewegen
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 16 - Quizvraag
bewonderenswaardig
A
elk ander mens
B
wat het bewonderen waard is
C
beroemd
D
bijeenbrengen
Slide 17 - Quizvraag
verruimen
A
allerlei
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het
algemeen
C
uitbreiden
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 18 - Quizvraag
de medemens
A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
oud verhaal dat waarschijnlijk niet helemaal waar is
C
elk ander mens
D
een menselijke vorm aan iets geven
Slide 19 - Quizvraag
tijd uittrekken voor
A
uitbreiden
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het
algemeen
C
mondeling
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 20 - Quizvraag
de wandaad
A
slechte handeling
B
negatief besproken
C
opschudding
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 21 - Quizvraag
intens
A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
in een zeer sombere stemming
C
beroemd
D
heel hevig
Slide 22 - Quizvraag
roemrijk
A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
beroemd
C
heel hevig
D
een menselijke vorm aan iets geven
Slide 23 - Quizvraag
de commotie
A
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
B
negatief besproken
C
opschudding
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 24 - Quizvraag
het stereotype
A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
in een zeer sombere stemming
C
heel hevig
D
een menselijke vorm aan iets geven
Slide 25 - Quizvraag
vergaren
A
wat het bewonderen waard is
B
beroemd
C
bijeenbrengen
D
een menselijke vorm aan iets geven
Slide 26 - Quizvraag
verguisd
A
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
B
negatief besproken
C
iemand die iets heeft gezien of gehoord
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 27 - Quizvraag
de nieuwlichterij
A
ergens de tijd voor nemen
B
nieuwigheid
C
allerlei
D
globaal, niet grondig
Slide 28 - Quizvraag
lineair
A
in de lengte
B
mondeling
C
allerlei
D
globaal, niet grondig
Slide 29 - Quizvraag
de getuige
A
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
B
zeer direct
C
iemand die iets heeft gezien of gehoord
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 30 - Quizvraag
allerhande
A
uitbreiden
B
mondeling
C
allerlei
D
globaal, niet grondig
Slide 31 - Quizvraag
oppervlakkig
A
uitbreiden
B
mondeling
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
globaal, niet grondig
Slide 32 - Quizvraag
vaderlands
A
uit je eigen land
B
zeer direct
C
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 33 - Quizvraag
het perspectief
A
punt van waaruit je naar iets kijkt
B
mondeling
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 34 - Quizvraag
verruimen
A
allerlei
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het
algemeen
C
uitbreiden
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 35 - Quizvraag
het initiatief
A
officiële beschuldiging
B
zeer direct
C
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 36 - Quizvraag
de ontlezing
A
uitbreiden
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het
algemeen
C
punt van waaruit je naar iets kijkt
D
in de lengte
Slide 37 - Quizvraag
tijd uittrekken voor
A
uitbreiden
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het
algemeen
C
mondeling
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 38 - Quizvraag
ongezouten
A
officiële beschuldiging
B
zeer direct
C
negatief besproken
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 39 - Quizvraag
oraal
A
uitbreiden
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het
algemeen
C
mondeling
D
allerlei
Slide 40 - Quizvraag
het blikveld
A
allerlei
B
wat je om je heen kunt zien door alleen je ogen te bewegen
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
ergens de tijd voor nemen
Slide 41 - Quizvraag
omstreden
A
officiële beschuldiging
B
slechte handeling
C
negatief besproken
D
waarover niet iedereen het eens is
Slide 42 - Quizvraag
Korte presentaties
Bereid een korte presentatie voor van 45 seconden over een onderwerp dat je leuk vindt. Je presenteert dat maandag 18 of dinsdag 19 december aan de klas.
Slide 43 - Tekstslide
Huiswerk
Huiswerk maandag 11 december:
- Maak opd. 8 en 9 op blz. 40-41
en
Maak opd 3 t/m 7 op blz. 42.
Slide 44 - Tekstslide
Feedback
Slide 45 - Tekstslide
Huiswerk vr 6/10 4e uur
- Maak opd. 2,3,4,5,6,7 op blz. 120-121. en lees in je leesboek voor de leesclub.
Slide 46 - Tekstslide
Klaar
Slide 47 - Tekstslide
Lezen
Boek blz.
Slide 48 - Tekstslide
Huiswerk maandag 9/1 5e uur
- Maken opd. 1,2 blz. 157.
Slide 49 - Tekstslide
Terugkijken
- Hoe vind je zinsdelen?
- Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?
- Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?
Slide 50 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp van de volgende zin?:
- Misschien heeft mijn neefje wel een voetbal gewonnen voor mij?
Misschien
heeft
mijn neefje
wel
een voetbal
gewonnen
voor mij
heeft gewonnen
pv
ow
Slide 51 - Sleepvraag
Maak zinsdelen bij de volgende zin:
- Tijdens mijn vorige vakantie heb een ik voor mijn vriendin een nieuwe armband gekocht in een leuk winkeltje.