In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat weet je nog van Spelling H1, H2, H3?
Slide 1 - Woordweb
H1: Hoofdletters en leestekens
Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen
C
namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken
D
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid
Slide 2 - Quizvraag
H2: Spelling in het woordenboek
Waar kun je het woordenboek voor gebruiken?
Slide 3 - Open vraag
H3: Meervouden op -en
Wat is de juiste spelling?
A
industriën
B
industrieën
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord is juist gespeld?
1 dvd, 2 .....
A
dvds
B
dvd's
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord is juist gespeld?
1 hengel, 2 ....
A
hengels
B
hengel's
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen van deze les:
Aan het eind van deze les kun je:
meervouden op -en correct spellen;
meervouden op -s correct spellen;
woorden met ij en ei correct spellen.
Slide 7 - Tekstslide
Spelling H3 - Weet je het nog?
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
kast - kasten
stoel - stoelen
tuin - tuinen
fietspomp - fietspompen
Soms moet je ook........
de laatste letter verdubbelen: mat - matten, sok - sokken
een a, e, o of u weglaten: haar - haren, schuur - schuren
een f in een v veranderen of een s in een z veranderen: vijf - vijven, hoes - hoezen
Slide 8 - Tekstslide
Spelling H3 - Weet je het nog?
Als een woord eindigt op -ee, krijgt het in het meervoud -ën
twee - tweeën
zee - zeeën
moskee - moskeeën
Als een woord eindigt op -ie, dan moet je goed letten op de klemtoon:
Valt de klemtoon op de -ie? > Meervoud met -ën:
drie - drieën, calorie - calorieën, harmonie - harmonieën
Valt de klemtoon niet op de -ie? > Dan komt er een trema + een -n bij:
bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën
Slide 9 - Tekstslide
H4 Spelling
Meervouden op -s
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en, maar er zijn ook veel zelfstandige naamwoorden die een meervoud hebben op -s.
VB: tafel - tafels
slipper - slippers
Slide 10 - Tekstslide
H4 Spelling
Meervouden op -s
Je schrijft een -'s achter het enkelvoud:
als het woord in het enkelvoud eindigt op -a, -i, -o, -u, of - y:
lama - lama's accu - accu's
tosti - tosti's baby - baby's
auto - auto's
als het woord een afkorting is:
tv - tv's
wc - wc's
dvd - dvd's
Slide 11 - Tekstslide
H4 Spelling
Meervouden op -s
Let op!
Bij woorden die eindigen op -ay, -ey, -oy of -eau, schrijf je wel een - s aan het woord vast. Deze klinkers samen spreek je uit als één klank. Je kunt het niet verkeerd uitspreken als er een 's aan vastzit.
Klinkers die je wel los van elkaar uitspreekt, krijgen een -s:
radio's (anders wordt het radios)
alinea's (anders wordt het alineas)
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de juiste spelling?
A
sudoku's
B
sudokus
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
lollys
B
lolly's
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
portemonnee's
B
portemonnees
Slide 15 - Quizvraag
Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
pinda
repetitie
menu
paraplu
pyjama
bezem
Slide 16 - Sleepvraag
Wat kies je?
Ik snap het! Ik wil graag zelf aan de slag.
Ik snap het nog niet zo goed. Ik wil graag opdrachten samen maken