In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Meervoud
Aan het einde van deze les kun je:
- meervouden op -en correct spellen
- meervouden op -s en 's correct spellen
Slide 1 - Tekstslide
Meervouden op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en
kast - kasten
stoel - stoelen
tuin - tuinen
fietspomp - fietspompen
Slide 2 - Tekstslide
Soms moet je ook...
- de laatste letter verdubbelen : mat - matten, sok - sokken
- een a, e, o of u weglaten: haar - haren, schuur - schuren
- een f in een v veranderen of een s in een z veranderen:
vijf - vijven, hoes - hoezen
Slide 3 - Tekstslide
Let op:
Als het woord uit meerdere lettergrepen bestaat en de klemtoon valt niet op het laatste gedeelte van het woord, dan moet je bij de laatste lettergreep de medeklinker niet verdubbelen. Hieronder staan zulke woorden (dit zijn ook direct de woorden die vaak voorkomen!).
dommerik - dommeriken
havik - haviken
leeuwerik - leeuweriken
lomperik - lomperiken
monnik - monniken
perzik - perziken
viezerik - viezeriken
dreumes - dreumesen
Slide 4 - Tekstslide
En als het woord eindigt op -ee?
- Een woord dat eindigt op -ee, krijgt in het meervoud -ën.
twee - tweeën, zee - zeeën, moskee - moskeeën
Slide 5 - Tekstslide
En als het woord eindigt op -ie?
Dan moet je goed letten op de klemtoon. Hoe spreek je het woord uit? Klik op het icoontje:
Valt de klemtoon op de -ie? Dan maak je het meervoud met -ën:
drie - drieën, calorie - calorieën, harmonie - harmonieën
Valt de klemtoon NIET op de -ie? Dan maak je meervoud door een trema te plaatsen op de laatste e en een -n toe te voegen
bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Meervouden op -s
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en, maar er zijn ook veel zelfstandige naamwoorden die een meervoud hebben op -s
tafel - tafels, slipper - slippers
Slide 8 - Tekstslide
Je schrijft het meervoud met 's als...
- het woord in het enkelvoud eindigt op een -a, -i, -o, -u of -y
lama - lama's, tosti - tosti's, auto - auto's, accu - accu's, baby - baby's
- het woord een afkorting is
tv - tv's, wc - wc's, dvd - dvd's
Slide 9 - Tekstslide
-s of 's?
Let op: woorden die eindigen op –ay, -ey of -oy of –eau schrijf je wel met een -s aan het woord vast. Deze klinkers samen spreek je uit als 1 klank. Je kunt het niet verkeerd uitspreken als de -s er aan vastzit.
sprays, bureaus, cowboys
Klinkers die je wel los van elkaar uitspreekt, krijgen een 's
radio's (anders krijg je radios), alinea's (anders krijg je alineas)
Klik op het icoontje:
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het meervoud van: schijf?
Slide 12 - Open vraag
Wat is het meervoud van: biljet?
Slide 13 - Open vraag
Wat is het meervoud van: trouwerij?
Slide 14 - Open vraag
Wat is het meervoud van: saus?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het meervoud van: olie?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het meervoud van: kolonie?
Slide 17 - Open vraag
Wat is het meervoud van: ceremonie?
Slide 18 - Open vraag
Wat is het meervoud van: allergie?
Slide 19 - Open vraag
Wat is het meervoud van: dreumes?
Slide 20 - Open vraag
Wat is het meervoud van: havik?
Slide 21 - Open vraag
Wat is het meervoud van: timmerman?
Slide 22 - Open vraag
Wat is het meervoud van: niveau?
Slide 23 - Open vraag
Wat is het meervoud van: treincoupé?
Slide 24 - Open vraag
Wat is het meervoud van: accu?
Slide 25 - Open vraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord van: tof?
Slide 26 - Open vraag
Wat is bijvoeglijk naamwoord van: poeslief?
Slide 27 - Open vraag
Wat is bijvoeglijk naamwoord van: naïef
Slide 28 - Open vraag
Wat is bijvoeglijk naamwoord van: financieel?
Slide 29 - Open vraag
afronding
Ik kan nu:
1) meervouden die eindigen op -en correct spellen. 2) meervouden van woorden die eindigen op -ee en -ie correct spellen.
3) meervouden die eindigen op - s correct spellen.
4) (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden goed spellen.