Dag 9 - Thema 10

Woorden
Thema 10:  Regels en Straf
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden
Thema 10:  Regels en Straf

Slide 1 - Tekstslide

vaak
  • Veel keer
  • Antoniem: nooit
  • Zin: Als het mooi weer is ga ik vaak wandelen.
  • Zin: In de winter is het vaak heel erg koud, dus trek ik een dikke jas aan.
48

Slide 2 - Tekstslide

verdienen (ww)
  • Iets wat je krijgt als je er hard voor werkt.
  • Loon krijgen voor het werk dat je doet. 
  • Zin: Deze maand verdien ik 60 euro met kranten verkopen.
  • Zin: De baas van het restaurant verdient veel geld.
49

Slide 3 - Tekstslide

vragen (ww)
  • iets zeggen met als doel een antwoord te krijgen
  • Werkwoord: Ik vraag - wij vragen
  • Zin: De docent vraagt aan de leerling hoe zijn weekend was.
50

Slide 4 - Tekstslide

de weg
  • Een plek op straat waar voertuigen rijden
  • Naar een andere plaats toe gaan
  • Zin: Om op school te komen moet ik de weg oversteken.
51

Slide 5 - Tekstslide

de winkel
  • een gebouw waarin je dingen kunt kopen
  • De supermarkt - kledingwinkel - boekenwinkel
  • Zin: Ik ben mijn eten vergeten dus tijdens de pauze ga ik naar de winkel.
52

Slide 6 - Tekstslide

zitten (ww)
  • Met je billen ergens op rusten
  • Werkwoord: Ik zit - wij zitten

  • Zin: Ik zit op een stoel.
  • Zin: Tijdens de sportles moeten we op de grond zitten.
53

Slide 7 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?

vooral - vaak - vinden - meestal
48
A
vooral
B
vaak
C
meestal
D
vinden

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is goed?
49
A
Ik verdien 20 euro per uur.
B
Hij verdienen weinig geld.
C
Wij verdient allemaal 1 euro voor het opruimen.
D
Mijn zoon verdien genoeg geld bij de winkel.

Slide 9 - Quizvraag

Maak een zin met het woord
'vragen'
50

Slide 10 - Open vraag

Weet jij .... ......... van school naar het station?
51

Slide 11 - Open vraag

52
Welke 3 horen bij elkaar?
winkel
blad

Slide 12 - Sleepvraag

De jongen ....... al de hele tijd op dezelfde stoel.
53

Slide 13 - Open vraag