Lezen H2 nakijken

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Nakijken opdracht 1 en 2 
Korte herhaling theorie 
Aan de slag
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Nakijken opdracht 1 en 2 
Korte herhaling theorie 
Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Welke tekststructuren ken je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Tekststructuren herkennen!
Bij het globaal lezen kijk je ook hoe de tekst is opgebouwd:
Wat staat er in de inleiding, de kern/middenstuk en in het slot?
Het tekstdoel van de schrijver is vaak gegoten in een vaste structuur: gemakkelijk voor hem om zijn schrijfdoel te behalen, maar ook beter om als lezer de tekst te begrijpen!
Vaak staat er in de inleiding al een of meerdere aanwijzingen om erachter te komen wat voor vaste structuur de tekst heeft en dus ook wat de bedoeling van de schrijver is.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ga naar LessonUp
We kijken opdracht 1 en 2 na via LessonUp

Slide 11 - Tekstslide

1.1 Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 12 - Woordweb

1.2 Welke structuur heeft de tekst?
Waar zie je dat aan?
A
argumentatiestructuur in de inleiding staat een stelling
B
voor- en nadelenstructuur in de inleiding staat een vraag
C
vraag - antwoordstructuur in de inleiding staat een vraag
D
verklaringsstructuur in de inleiding staat een verschijnsel

Slide 13 - Quizvraag

1.3 Wat betekent 'naar eigen zeggen (...)' alinea 2.
A
volgens jou
B
volgens hem zelf
C
volgens de dropfabriek
D
volgens De Telegraaf

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een delicatesse?

Slide 15 - Tekstslide

1.5 Leg uit ....
Uit het Nederlandse ‘hagelslag’ kun je niet goed opmaken wat het precies is. Bovendien denk je bij het woord ‘hagelslag’ aan iets wits of iets van ijs.
Uit de Belgische benaming ‘chocoladekorrels’ weet je dat ‘hagelslag’ iets is van chocolade (en dus om op te eten) en uit de benaming ‘muizenstrontjes’ kun je afleiden hoe de ‘korrels’ eruitzien: kleine, donkerbruine staafjes.

Slide 16 - Tekstslide

1.6 Noteer de vier signalen voor een chronologisch verband. Geef vier keer een antwoord.

Slide 17 - Woordweb

1.7 Is dit ook een verleden-heden (-toekomst)structuur?
A
Nee, de auteurs geven geen historisch overzicht.
B
Nee, ze spreken geen verwachting uit met betrekking tot de toekomst.
C
A + B zijn beide juist.
D
A + B + C zijn allemaal onjuist. Het is een ander antwoord.

Slide 18 - Quizvraag

1.8 Tekst 2 heeft geen 'echt' slot. Is dat erg? Licht je antwoord toe.
A
Nee, dat is niet erg.
B
Nee, want het is een korte tekst.
C
Nee, er hoeft niet per se een slot met een conclusie of samenvatting, want dan heb je onnodige herhaling.
D
Ja, natuurlijk is dat erg! Je moet altijd een slot hebben bij deze bron.

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht 2

Slide 20 - Tekstslide

2.1 Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 21 - Woordweb

2.2 Speel jij games? (ja/soms/nee)
Welke?

Slide 22 - Woordweb

2.3 Welke structuur heeft deze tekst?
A
voor- en nadelenstructuur
B
probleem - oplossingsstructuur
C
aspectenstructuur
D
argumentatiestructuur

Slide 23 - Quizvraag

2.4 Wat is het schrijfdoel
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 24 - Quizvraag

5a. nerds
b. weldra
c. leek
d. aangewezen zijn op
e. gameplay
f. vrijwel
g. pixelige
h. tot zijn recht kwam
i. tijdig
j. decepties
k. weleer
a. computerfreaks of -fanaten
b. snel, spoedig
c. iemand die weinig v/e ond afweet
d. geen andere keus hebben
e. speelervaring
f. bijna
g. korrelige
h. goed zichtbaar was
i. op tijd
j. teleurstellingen
k. vroeger

Slide 25 - Tekstslide

2.6 Wat is het standpunt van de auteur? (al 1)
A
De C64 wordt nieuw leven ingeblazen.
B
De C64 heeft een nieuw jasje.
C
Ik vind het een langzaam ladende game.
D
Ik vind dat de C64 behoorlijk tegenvalt.

Slide 26 - Quizvraag

2.7 Wat is de functie van de alinea's 2 + 3?
A
anekdote
B
beschrijving
C
definitie
D
toelichting

Slide 27 - Quizvraag

2.8 Met welke argumenten ondersteunt de auteur zijn standpunt?
Er zijn er vier.

Slide 28 - Woordweb

2.9 Aan welke signaalwoorden herken je de tweede, derde en vierde alinea?

Slide 29 - Woordweb

2.10 Met welke conclusie sluit de auteur af?
The C64 biedt maar voor een paar uurtjes vermaak en wordt daarna niet meer gebruikt. 

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 4 van H2 Lezen (blz 45).

Slide 31 - Tekstslide