Vaste tekststructuren h2

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

a. Leg uit wat een tekststructuur is.

Slide 3 - Open vraag

b. Welke drie tekststructuren hebben we voor de vakantie besproken?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

We bekijken hett instructiefilmpje over vaste tekststructuren in het online boek. Hoofdstuk 2 Lezen. 

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding: standpunt 

Middenstuk: argumenten 
Inleiding: vraag
Slot: afweging
Middenstuk: verschildende aspecten van het onderwerp
Middenstuk: tegenargumenten
Slot: samenvatting
Middenstuk: antwoorden
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Voor- en nadelenstructuur
Vraag- antwoordstructuur

Slide 9 - Sleepvraag

Opdracht
We lezen samen de tekst "Oer-Hollands broodbeleg". 

Daarna volgen enkele  vragen. 

Deze vragen bespreken we kort. 


Slide 10 - Tekstslide

Tekst 2: Oer-Hollands broodbeleg

Slide 11 - Tekstslide

[1] Iedereen kent de oer-Hollandse hagelslag. Al decennialang is het een van de populairste soorten broodbeleg. Maar waarom heet het zo?


[2] Ruim een eeuw geleden begon de Amsterdamse dropfabriek Van Voornveld & Co (het latere Venco) witte korrels met een anijssmaak te maken. Naar eigen zeggen kwam directeur B.E. Dieperink op het idee om die zoete korrels ‘hagelslag’ te noemen toen hij het op een gure herfstdag flink zag hagelen – hagelslag was toen alleen nog maar het woord voor ‘neerslag in de vorm van hagel’.

Slide 12 - Tekstslide

[3] De eerste advertenties voor het product verschenen in juli 1908 in De Telegraaf, nadat het publiek de week ervoor al was geprikkeld door advertenties die alleen bestonden uit de mysterieuze tekst ‘Hagelslag?’ Het nieuwe strooisel van anijssuikerkorrels werd gepresenteerd als ‘de nieuwste en fijnste delicatesse voor boterham en beschuit’, te koop bij drogisten en handelaren in fijne etenswaren.


De chocoladehagelslag liet daarna niet lang op zich wachten: in maart 1913 doken daarvoor de eerste advertenties op. Het product werd vervolgens zo populair, dat het de oorspronkelijke witte hagelslag zijn naam ontnam: tegenwoordig denkt iedereen bij hagelslag aan chocoladestrooisel. De witte variant heet nu ‘anijshagel’.

Slide 13 - Tekstslide

[4] De chocoladehagelslag liet daarna niet lang op zich wachten: in maart 1913 doken daarvoor de eerste advertenties op. Het product werd vervolgens zo populair, dat het de oorspronkelijke witte hagelslag zijn naam ontnam: tegenwoordig denkt iedereen bij hagelslag aan chocoladestrooisel. De witte variant heet nu ‘anijshagel’.

Slide 14 - Tekstslide

[5] In België komt het woord ‘hagelslag’ voor dit broodbeleg nauwelijks voor; daar gebruikt men meestal ‘chocoladekorrels’ of ‘muizenstrontjes’.
Naar: Laura van Eerten en Raymond Noë (ed.), Waar komt hagelslag vandaan? en nog 99 andere vragen over woorden. Uitgeverij Thomas Rap, Amsterdam 2016

Slide 15 - Tekstslide

1 Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 16 - Open vraag

Welke structuur heeft de tekst? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het doel van de schrijver? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het antwoord dat wordt gegeven op de vraag die in de inleiding wordt gesteld?

Slide 19 - Open vraag

Waarom heten de anijskorrels nu geen hagelslag meer?

Slide 20 - Open vraag

Heeft deze tekst een slot? Leg uit.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide