WK 34-35 VH/HK 2 werkwoordspelling

VH2/HK2 - Nederlands
Week 34 - les 1
Mevrouw Giesen
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VH2/HK2 - Nederlands
Week 34 - les 1
Mevrouw Giesen

Slide 1 - Tekstslide

Agenda startles
  • Voorstellen docent
  • Voorstelspel 
  • Afspraken tijdens de lessen
  • Uitleg leesboeken
  • Peppels
  • Woordzoeker Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Voorstellen docent
  • Mevrouw Giesen
  • Nederlands
  • 32 jaar
  • Krachttraining, padel en spinning
  • Reisleidster
  • 2 konijntjes, Pip en Lana

Slide 3 - Tekstslide

Voorstelspel - 10 dingen
  • Magister maakt groepjes van 4-5 leerlingen
  • Je gaat in je groepje op zoek naar overeenkomsten. Je zoekt minimaal 10 dingen die bij jullie allemaal passen.
  • Bijvoorbeeld: We zijn allemaal slecht in wiskunde 
       OF We hebben allemaal broers/zussen.
  • Eén iemand uit het groepje schrijft de lijst van 10 dingen op.
  • Je hebt 10 minuten de tijd! 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Afspraken tijdens de lessen 
Wat neem ik mee naar de les?
  • Opgeladen laptop
  • Nederlands boek: Nieuw Nederlands
  • Leesboek
  • Schrijfmateriaal (pennen, markeerstift)

Slide 5 - Tekstslide

Afspraken tijdens de lessen 
Wat zijn de regels?
  • Je zorgt ervoor dat je je spullen bij je hebt
  • We starten altijd met 10 minuten lezen in stilte
  • Tijdens de uitleg is het stil
  • Tijdens zelfstandig werken mag je fluisterend overleggen
  • Als een van je klasgenoten iets vraagt, ben je stil
  • Mobiele telefoon gezien? Inleveren bij de receptie

Slide 6 - Tekstslide

Leesboeken
  • We starten elke les met 10 minuten lezen
  • Lezen mag in een papieren boek of op een e-reader
  • Ook bij een SO/proefwerk neem je altijd je leesboek mee
  • 4 boeken per jaar
  • Eerste leesboek geef je een spreekbeurt over -> uitleg volgende les

Slide 7 - Tekstslide

Leesboeken

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden leesboeken

Slide 9 - Tekstslide

Peppels
  • Agenda voor huiswerk/leerwerk en toetsen
  • Zelf goed in de gaten houden
  • Huiswerkcontrole in de les
  • Je kunt tot de herfstvakantie de planning zien
  • Vooruitwerken is niet handig, je hebt de uitleg nog niet gehad

Slide 10 - Tekstslide

Woordzoeker Nederlands
  • Zoek zo veel mogelijk woorden in de woordzoeker
  • Alle woorden hebben te maken met het vak Nederlands
  • Doe dit zelfstandig, als je er echt niet uitkomt mag je zachtjes overleggen met degene naast je 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

VH2/HK2 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!

Slide 13 - Tekstslide

VH2/HK2 - Nederlands
Week 34 - les 2
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Agenda vandaag
  • Check regels
  • Doelen vandaag
  • Boekopdracht spreekbeurt
  • Opstart theorie start spelling paragraaf 9 en 10
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 15 - Tekstslide

Check regels
  • Spullen in orde: laptop, boek, schrijfmateriaal?
  • Wat waren ook alweer de andere regels?

Slide 16 - Tekstslide

Doelen vandaag
  • Ik weet aan welke eisen mijn spreekbeurt over mijn boek moet voldoen.
  • Ik kan werkwoorden spellen in de tegenwoordige tijd.

Slide 17 - Tekstslide

Boekopdracht spreekbeurt
Je hebt een leesboek gelezen en daarover ga je de klas iets vertellen. Je gaat je mening geven over het boek, maar je gaat ook informatie geven. De klas en de docent kunnen zien dat jij het boek begrepen hebt. Je wordt beoordeeld op de inhoud van je presentatie en op de vorm (opbouw, houding, spreken).

Slide 18 - Tekstslide

Boekopdracht spreekbeurt
- Maak een spreekbeurtschema: dit is een steekwoordenbrief met max. 36 woorden (geen zinnen!)
- Gebruik geen plaatjes of een Powerpoint
- De spreekbeurt duurt vijf minuten. We houden een marge van 10% aan, dus min. 04:10 en max. 05:50. Oefen je spreekbeurt thuis hardop met een stopwatch erbij.
- Het cijfer hiervoor telt 2x mee

Slide 19 - Tekstslide

Boekopdracht spreekbeurt
  1. Zakelijke gegevens
  2. Hoofdpersoon
  3. Samenvatting
  4. Wanneer speelt het verhaal zich  af?
  5. Waar speelt het verhaal zich af?
  6. Thematiek
  7. Mening

Slide 20 - Tekstslide

Eisen spreekbeurt

Slide 21 - Tekstslide

Eisen spreekbeurt

Slide 22 - Tekstslide

Beoordelingswoorden

Slide 23 - Tekstslide

Beoordelingsformulier

Slide 24 - Tekstslide

Beoordelingsformulier

Slide 25 - Tekstslide

Werkwoorspelling - lang

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Start op je laptop Noordhoff Nieuw Nederlands op
Ga naar cursus 7 paragraaf 9
Maak en controleer opdracht 1 en 2

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting
  • Ik weet wat ik moet doen voor de spreekbeurt over mijn boek
  • Ik kan werkwoorden spellen in de tegenwoordige tijd 

Slide 28 - Tekstslide

VH2/HK2 - Nederlands
Verleden tijd, deelwoord en 
werkwoordstijden

Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Agenda
  • Leerdoelen
  • Uitleg verleden tijd
  • Voltooid of onvoltooid deelwoord
  • Werkwoordstijden
  • Quiz
  • Zelfstandig werken aan weektaak/blad
  • Afsluiting

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet hoe ik werkwoorden in de verleden tijd moet vervoegen.
  • Ik kan de verschillende vormen van het deelwoord herkennen (voltooid en onvoltooid).
  • Ik kan de verschillende werkwoordstijden herkennen. 

Slide 31 - Tekstslide

Uitleg verleden tijd
Stam = hele werkwoord -en

Slide 32 - Tekstslide

Uitleg verleden tijd
  • 't kofschip x
  • 't sexy fokschaap

Zelfde doel: kijken naar de laatste letter van de stam. Niet de laatste letter van de ik-vorm!

Slide 33 - Tekstslide

Uitleg verleden tijd

Slide 34 - Tekstslide

(on)voltooid deelwoord
  • Staat er een ww in de zin dat niet verandert als je de zin van tijd verandert?
  • Geeft het ww aan dat je iets aan het doen bent en schrijf je het als hele ww + d? → od.
  • Geeft het ww aan dat je iets gedaan hebt en staat in de zin een vorm van hebben of zijn? → vd.

Slide 35 - Tekstslide

(on)voltooid deelwoord
  • Staat er een ww in de zin dat niet verandert als je de zin van tijd verandert?
  • Geeft het ww aan dat je iets aan het doen bent en schrijf je het als hele ww + d? → od.
  • Geeft het ww aan dat je iets gedaan hebt en staat in de zin een vorm van hebben of zijn? → vd.

Slide 36 - Tekstslide

Werkwoordstijden
  • Ik eet een appel (o.t.t.)
  • Ik at een appel (o.v.t.)
  • Ik heb een appel gegeten (v.t.t.)
  • Ik had een appel gegeten (v.v.t.) 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Zelfstandig werken
Paragraaf 9 - deels op papier
andere deel in blooket

Paragraaf 10 - uitleg volgende les

Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet hoe ik werkwoorden in de verleden tijd moet vervoegen.
  • Ik kan de verschillende vormen van het deelwoord herkennen (voltooid en onvoltooid).
  • Ik kan de verschillende werkwoordstijden herkennen. 

Slide 40 - Tekstslide

VH2/HK2 - Nederlands
Engelse werkwoorden
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide

Agenda
  • Leerdoelen
  • Uitleg Engelse werkwoorden
  • Werkwoordspelling spel
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 42 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan Engelse werkwoorden in het Nederlands correct spellen/vervoegen.
  • Ik weet de spellingregels voor Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 43 - Tekstslide

Uitleg Engelse werkwoorden
Welke Engelse werkwoorden ken je en gebruik je regelmatig in het Nederlands?

Slide 44 - Tekstslide

Uitleg Engelse werkwoorden
  • De ik-vorm tt van een Engels werkwoord maak je meestal door en van het werkwoord af te halen: speechen – speech; rugbyen – rugby. Als het voor de juiste uitspraak nodig is, blijft de e staan: timen – time; liken – like.
  • Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker: flossen – flos, tenzij de dubbele medeklinker nodig is voor de juiste uitspraak: paintballen – paintball.
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak. In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je dus ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p.

Slide 45 - Tekstslide

Uitleg Engelse werkwoorden

Slide 46 - Tekstslide

Uitleg Engelse werkwoorden

Slide 47 - Tekstslide

Werkwoordspelling spel
  • Maak een groepje van 4 leerlingen
  • Je krijgt een spel, dobbelsteen en blaadje
  • Gebruik een dopje of gum als pion
  • We spelen dit 10 minuten
  • Schrijf alle woorden op die je moet spellen
  • Laat je klasgenoten corrigeren
timer
10:00

Slide 48 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maandag 2 september weektaak af:
Spelling par. 9 herhaling leerjaar 1
- leren: theorie werkwoordspelling
- maken: opdr 3-4 digitaal of op papier

Spelling par. 10 Engelse werkwoorden
- leren: theorie
- maken opdracht 1 t/m 5

Slide 49 - Tekstslide

Afsluiting
  • Ik kan Engelse werkwoorden in het Nederlands correct spellen/vervoegen.
  • Ik weet de spellingregels voor Engelse werkwoorden in het Nederlands.

Slide 50 - Tekstslide