WK 39 - formuleren en spreekbeurten

VH2/HK2 - Nederlands
Week 39 - les 1
Formuleren
Mevrouw Giesen
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VH2/HK2 - Nederlands
Week 39 - les 1
Formuleren
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Agenda 
  • Leerdoelen
  • Formuleren: variatie in woordgebruik
  • Oefenen in de klas
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan teksten schrijven met een variatie aan woorden.
  • Ik kan teksten herkennen met weinig variatie aan woorden.
  • Ik kan teksten met weinig variatie herschrijven zodat er wel variatie is.

Slide 3 - Tekstslide

Variatie aan woorden
In het weekend werkt Daphne in het asiel. Daphne zorgt in het asiel voor de hondjes. Omdat er altijd veel hondjes in het asiel zitten, heeft Daphne haar handen er vol aan. De hondjes worden opgevangen in het asiel, omdat de hondjes in de steek gelaten zijn. De hondjes wachten met smart op een nieuw baasje. Daphne hoopt dat de hondjes allemaal goed terechtkomen.

Slide 4 - Tekstslide

Variatie aan woorden
In het weekend werkt de zestienjarige Daphne in het asiel. Zij zorgt daar voor de hondjes. Omdat er altijd veel van die beestjes in de dierenopvang zitten, heeft ze haar handen er vol aan. De viervoeters worden er opgevangen, omdat ze in de steek gelaten zijn. Daphne zorgt voor de dieren. Die wachten met smart op een nieuw baasje. ‘Ik hoop maar dat ze allemaal goed terechtkomen’, zegt de jonge verzorgster.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe doe je dit?
  • Gebruik synoniemen. Dat zijn woorden met dezelfde betekenis: asiel – dierenopvang. Synoniemen kun je vinden in een woordenboek of met Word: ga met de cursor op het woord staan, klik op de rechter muisknop en ga naar Synoniemen.
  • Gebruik woorden die ongeveer hetzelfde betekenen: hondjes – viervoeters – beestjes.
  • Gebruik verwijswoorden, zoals die, dat, hij, hem, het, zij, ze , haar, hen, hun, er, daar.
  • Laat het herhaalde woord zo mogelijk weg.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Oefenen in de klas
Bijvoorbeeld: oorlog, een sneeuwstorm, vakantie.

Waar kun je op letten? Gebeurtenissen in het verhaal, gedrag van de personages, het weer, de omgeving....

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Zelfstandig aan de slag
  • Log in op Nieuw Nederlands
  • Start aan de weektaak: Formuleren, par. 2 Variatie in woordgebruik
  • leren: theorie
  • maken: opdracht 1, 2, 3


Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan teksten schrijven met een variatie aan woorden.
  • Ik kan teksten herkennen met weinig variatie aan woorden.
  • Ik kan teksten met weinig variatie herschrijven zodat er wel variatie is.

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
Waar of niet waar:
Teksten met veel woordvariatie zijn prettiger om te lezen.

Slide 12 - Tekstslide

VH2/HK2 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!

Slide 13 - Tekstslide

VH2/HK2 - Nederlands
Week 39 - les 2
Spreekbeurten
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Agenda vandaag
  • HK2 spreekbeurten van:   Nikki, Rens, Tom, Lucas    
  • VHT2 spreekbeurten van: 

Slide 15 - Tekstslide

VH2/HK2 - Nederlands
Week 39 - les 3
Spreekbeurten
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Agenda vandaag
  • HK2 spreekbeurten van:      Pepijn, Raf, Robin, Stan     
  • VHT2 spreekbeurten van: Zain Qasem, Fleur Koster, Maud Rooijackers, Sophie Berkers

Slide 17 - Tekstslide