Methodisch werken periode 1

Methodisch werken 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Methodisch werken 

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat PDCA voor?

Slide 2 - Open vraag

Wat is het voordeel van systematisch werken en methodisch werken?
A
Het is effectiever. Grotere kans dat je doel slaagt.
B
Het is duidelijk voor jezelf maar niet voor iedereen.
C
beide antwoorden zijn goed.
D
Er zijn weinig voordelen aan.

Slide 3 - Quizvraag

Welk kenmerk hoort NIET bij methodisch werken?
A
Doelgericht
B
Systematisch
C
Eigen regie
D
Procesmatig

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de cyclus die past bij het methodisch werken?
A
uitvoeren - evalueren - bijstellen - voorbereiden
B
voorbereiden - bijstellen - uitvoeren - evalueren
C
voorbereiden - uitvoeren - evalueren - bijstellen
D
uitvoeren - bijstellen - voorbereiden - evalueren

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent methodisch werken?
A
Handelen volgens richtlijnen
B
Bewust handelen volgens vaste stappen
C
Samen werken met anderen
D
De behoefte om zorg en ondersteuning vast te stellen

Slide 6 - Quizvraag

waar staan de fases van methodisch werken in de goede volgorde?
A
1. beginsituatie 2. doel formuleren 3. plan maken 4. uitvoeren. 5. evalueren.
B
1. plan maken 2. doel formuleren 3. beginsituatie. 4. uitvoeren. 5. evalueren.
C
1. beginsituatie 2.plan maken 3.doel formuleren 4.uitvoeren 5.evalueren
D
1.beginsituatie 2. doel formuleren .3plan maken. 4. evalueren 5. uitvoeren.

Slide 7 - Quizvraag

Methodisch en systematisch werken loopt volgend het cyclische model?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het nadeel van systematisch en methodisch werken?
A
Niet voor alle doelen geschikt.
B
Je kan er niemand bij betrekken
C
Het belemmert de creativiteit
D
Ik heb geen idee.

Slide 9 - Quizvraag

Wat houdt methodisch werken in ( in de zorg)?

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de vier kenmerken van methodisch werken?
A
Doelgericht, planmatig, procesmatig en bewust
B
Planmatig, procesmatig, bewust en SMART
C
Doelgericht, planmatig, procesmatig en onbewust
D
Planmatig, bewust, SMART en via een methode

Slide 11 - Quizvraag

Wat is methodisch werken?
A
Bewust handelen volgens vooraf ongeplande stappen
B
Onbewust handelen volgens vooraf geplande stappen
C
Bewust handelen volgens vooraf geplande stappen
D
Onbewust handelen volgens vooraf ongeplande stappen

Slide 12 - Quizvraag

Je kunt PDCA-principe toepassen
A
Alleen in de afrondingsfase
B
Alleen in de voorbereiding
C
Alleen in de voorbereidings- en uitvoeringsfase
D
In alle fasen van methodisch werken

Slide 13 - Quizvraag

Bij methodisch werken heb je een methodiek document nodig. Waarom?

Er zijn meerdere antwoorden goed.
timer
0:45
A
Clienten weten dan beter wat hen te wachten staat
B
Zorgverleners kunnen dan precies aangeven welke problemen zij op welke manier aanpakken
C
Verschillende zorgvereleners kunnen dan exact dezelfde ondersteuning bieden
D
De manier van werken wordt dan beter bewaakt

Slide 14 - Quizvraag

4. Methodisch werken heeft vier kenmerken. Methodisch werken is:
A
Doelgericht, planmatig, procesmatig en bewust
B
Planmatig, procesmatig, bewust en SMART.
C
Doelgericht, planmatig, procesmatig en onbewust.
D
Planmatig, bewust, SMART en via een methode.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is GEEN doel van methodisch werken?
A
Evalueren
B
Cliëntgericht
C
Degraderen
D
Doelgericht

Slide 16 - Quizvraag

Fasen van methodisch werken - methodische cirkel

Slide 17 - Tekstslide

8 levensgebieden

Slide 18 - Tekstslide

8 levensgebieden
Dagbesteding-Huisvesting
Financien-Sociale contacten
Psychisch welzijn-Zingeving
Lichamelijk-praktisch functioneren



Slide 19 - Tekstslide

Waar worden de 8 levensgebieden voor gebruikt?

Slide 20 - Open vraag

SMART DOELEN

Slide 21 - Tekstslide

 doelen formuleren

Slide 22 - Tekstslide

SMART
SPECIFIEK
MEETBAAR
ACCEPTABEL
REALISTISCH
TIJDSGEBONDEN

Slide 23 - Tekstslide

SMART

Slide 24 - Tekstslide

SMART DOELEN

Slide 25 - Tekstslide

Smart 

Slide 26 - Tekstslide

Volgende les meer Smart
Huiswerk oefenen smart!
Lesbrief 6 smart formuleren

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide