Column les 3: taalgebruik, inleiding en slot

Nederlands
Schrijven: Column
Les 3: 

G3A P2 2019-2020
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Schrijven: Column
Les 3: 

G3A P2 2019-2020

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...

... wat beeldspraak is (herhaling).
... wat stijlfiguren zijn (herhaling).

Slide 2 - Tekstslide

Vooruitblik
Beoordeling taalgebruik in column

Openingszin, inleiding, slot en laatste zin

Informeel taalgebruik – het ‘Ikje’

Slide 3 - Tekstslide

Beoordeling taalgebruik in column
Bijvoeglijke naamwoorden
(1 punt)

Figuurlijk taalgebruik - beeldspraak en stijlfiguren
(4 punten – in iedere alinea 1x)

Informeel en persoonlijk taalgebruik - maak gebruik van ‘ik’
(1 punt)

Slide 4 - Tekstslide

De inleiding
Originele openingszin (1 punt) & Pakkende inleiding (1 punt) 

  • Begin met een ongebruikelijk detail  
  • Citeer een beroemde persoon
  • Begin met een pakkende anekdote over het onderwerp 
  • Start met een aantal vragen
  • Start met een actualiteit
  • Start met een stukje geschiedenis
  • Start met een voorbeeld


Slide 5 - Tekstslide

Openingszin & Inleiding

Inleiding: 
Anekdote

Openingszin:
Op het verkeerde
been zetten

Slide 6 - Tekstslide

Anekdote

Slide 7 - Tekstslide

Ongebruikelijk
detail

Slide 8 - Tekstslide

Openingszin: Er was eens...
Inleiding: Voorbeeld
en situatieschets

Slide 9 - Tekstslide

Citaat

Slide 10 - Tekstslide

Passend slot & Knallende slotzin
Passende afsluiting (1 punt)
Knallende slotzin (1 punt)

  • Een voorspelling
  • Een vraag of meerdere vragen
  • Een aanbeveling, een advies, een aansporing
  • Een samenvatting
  • Een conclusie
  • Een afweging

Slide 11 - Tekstslide

Informele taal


Een persoonlijke ervaring
of anekdote in maximaal 120
woorden in het NRC.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijfopdracht IKJE
Schrijf een ikje over één van onderstaande opdrachten.
Bedenk een pakkende openingszin en een knallende slotzin.

  1. Je beschrijft je belevenissen als vogelverschrikker op een maisveld.
  2. Je bent een kat en maakt wat bijzonders mee als je door het kattenluikje naar buiten sluipt.
  3. Je krijgt een verjaardagscadeau dat je absoluut niet had willen hebben.
  4. Je werkt in een dierenwinkel en je hebt daar per ongeluk driehonderd muizen laten ontsnappen.
  5. Je wordt wakker en merkt dat je onzichtbaar bent. 

Slide 13 - Tekstslide