De manier waarop de verschillende populaties in een levensgemeenschap elkaars populatiegrootte beïnvloeden.
Grafiek: Op deze grafiek zie je als konijnen stijgen gaan de vossen ook meestijgen. Dit betekent dus dat samen in evenwicht staan.
DE kan gebeuren op 3 niveaus.
In een levensgemeenschap schommelt het aantal populaties rond een gemiddelde waarde
• In een populatie fluctueert de populatiegrootte rond een gemiddeld aantal individuen.
• Organismen behouden ook op individueel niveau dynamisch evenwicht dankzij homeostase en het afweersysteem