biologie

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BioSecundair onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We gaan jullie vandaag leren over draagkracht, dynamisch evenwicht en verstoring van de biodiversiteit.
Lenn: 1 en 5
Wout: 2 en 6
Emma: 3, 7 en 9
Juune: 4, 8 en 10 

Slide 2 - Tekstslide

We gaan jullie vandaag leren over draagkracht, dynamisch evenwicht en verstoring van de biodiversiteit.
Lenn: 1 en 5
Wout: 2 en 6
Emma: 3, 7 en 9
Juune: 4, 8 en 10 

Slide 3 - Tekstslide

Om te beginnen aan onze les is het belangerijk om te weten wat de populatiegrootte is. De populatiegrootte is het aantal individuen in een populatie. Het wordt beïnvloedt door 4 factoren. Namelijk de hulpbronnen die aanwezig zijn, het broedsucces, de immigratie en emigratie en de toevalsfactoren, zoals bijvoorbeeld de klimaatverandering.

Slide 4 - Tekstslide

De hoeveelheid vis die een koraalrif kan bevatten. Hoe meer voedsel hoe vissen
Savanne: Een kudde olifanten in een savanne kan een maximumaantal bereiken voordat ze te veel bomen en struiken vernietigen, wat hun leefgebied schaadt.
Landbouwgrond: Een stuk land kan slechts een beperkte hoeveelheid vee onderhouden zonder dat de bodemkwaliteit achteruitgaat door overbegrazing.

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer de populatiegrootte zich ver onder de draagkracht bevindt, zal de populatie snel toenemen. Naarmate de populatiegrootte dichter bij haar maximum komt, wordt de toename steeds kleiner, tot er geen meer is. Dat heet een nulgroei Sommige soorten blijven wel heel snel (exponentieel) aangroeien. Die snelle aangroei wordt altijd gevolgd door een zeer snelle afname of crash, omdat de draagkracht van het ecosysteem vlug en extreem wordt overschreden.

Slide 6 - Tekstslide

De manier waarop de verschillende populaties in een levensgemeenschap elkaars populatiegrootte beïnvloeden.
Grafiek: Op deze grafiek zie je als konijnen stijgen gaan de vossen ook meestijgen. Dit betekent dus dat samen in evenwicht staan.
DE kan gebeuren op 3 niveaus.
In een levensgemeenschap schommelt het aantal populaties rond een gemiddelde waarde
• In een populatie fluctueert de populatiegrootte rond een gemiddeld aantal individuen.
• Organismen behouden ook op individueel niveau dynamisch evenwicht dankzij homeostase en het afweersysteem

Slide 7 - Tekstslide

De biodiversiteit wordt vaak verstoort door de mens en door de natuur zelf. Een voorbeeld bij de mens is het kappen van de tropische regenwouden. We gaan ook vertellen over 3 voorbeelden van verstoring van biodiversiteit door de natuur.

Slide 8 - Tekstslide

Overexploitatie wil zeggen dat de organismen te veel hulpbronnen gebruiken en de draagkracht van het ecosysteem wordt overschreden. De soorten kunnen hierdoor uitsterven en het ecosysteem kan verdwijnen en er kan een ander ecosysteem ontstaan. Een voorbeeld hiervan zijn de rendieren in Alaska in 1944. De populatie bleef groeien en ze aten bijna al het mos en het gras op. Dit zorgde voor een sterke daling in het aantal rendieren.

Slide 9 - Tekstslide

Oversterfte geberurt als de verstoring van het dynamisch evenwicht te groot is. Er sterven dan meer inviduen in de populatie dan de natuurlijke sterfte. Het kan leiden tot uitsterven van soorten en verlies van biodiversiteit. Een voorbeeld hiervan is de masale sterfte van zeehonden langs de noordzeekust. Ze zijn zo masaal gestorven door een virus.

Slide 10 - Tekstslide

Habitatfragmentatie ontstaat wanneer grote, aaneengesloten natuurgebieden worden opgesplitst in kleinere, geïsoleerde stukken door natuurlijke gebeurtenissen (zoals overstromingen of aardverschuivingen) of menselijke activiteiten (zoals ontbossing, verstedelijking en drooglegging van wateren). Dit leidt tot habitatverlies, waardoor organismen op zoek gaan naar nieuwe leefgebieden. Hierdoor neemt de concurrentie om voedsel en nestplaatsen toe, wat het ecologisch evenwicht verstoort en kan leiden tot afname of verdringing van populaties. We kunnen het herstellen door bijvoorbeeld nieuwe aanplantingen. Hierdoor ontstaat er weer voldoende ruimte voor alle populaties en komt er opnieuw een dynamisch evenwicht.

De draagkracht van een ecosysteem is enkel afhankelijk van de abiotische factoren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een populatie snel groeit en de draagkracht overschreden wordt, treed er nulgroei op
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een populatie in een dynamisch evenwicht is, neemt het aantal individuen afwisselend toe en af rond een gemiddelde waarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel periodes van oversterfte kende België in 2020?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van wat is het een voorbeeld?
A

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies