Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
INB 10 24 januari 22 B1 'Wederkerende voornaamwoorden'
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Maak een zin:
A2: maar, B1: als
Slide 2 - Open vraag
Maak een zin:
A2: maar, B1: aangezien
Slide 3 - Open vraag
Maak een zin.
A2: omdat, B1: toen
Slide 4 - Open vraag
Maak een zin
A2: want, 1F: toen
Slide 5 - Open vraag
Splitsing niveaus
Slide 6 - Tekstslide
Gebruik van 'zich'
Bladzijde 200
In zicht
Slide 7 - Tekstslide
Kun je een voorbeeld geven van een zin waarin je 'zich' gebruikt?
Slide 8 - Open vraag
Zich vervoeging
ik -mij/me
jij -je
u -zich
hij/zij -zich
wij -ons
jullie -je
zij -zich
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeelden verplicht wederkerende werkwoorden
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeelden toevallig wederkerende werkwoorden
Slide 12 - Tekstslide
Werkwoorden die soms wederkerend zijn soms niet
Sommige werkwoorden kun je met of zonder zich gebruiken
(zich) inschrijven
Ik schrijf mijn vriendin ook in voor die cursus.
Als u aan deze cursus mee wilt doen, moet u zich voor 15 mei inschrijven.
Slide 13 - Tekstslide
Ik herinner .... daar niets meer van
A
Me
B
Jij
C
Zich
D
Ik
Slide 14 - Quizvraag
De vrouw verslikte ..... in een stukje appel
A
Haar
B
Me
C
Zich
D
Ons
Slide 15 - Quizvraag
Vul in:
Die man gedraagt ...... niet erg netjes
Slide 16 - Open vraag
Geef antwoord:
Hoe voel jij je vandaag?
Ik .....
Slide 17 - Open vraag
Ik was me elke dag.
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quizvraag
Zet in de goede volgorde:
vergist? - jullie - Hebben - je - niet
Slide 19 - Open vraag
Altijd met zich of soms?
zich wassen
A
Altijd
B
Soms
Slide 20 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich haasten
A
Altijd
B
Soms
Slide 21 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich vergissen
A
Altijd
B
Soms
Slide 22 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich opgeven
A
Altijd
B
Soms
Slide 23 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich snijden
A
Altijd
B
Soms
Slide 24 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich branden
A
Altijd
B
Soms
Slide 25 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich verspreken
A
Altijd
B
Soms
Slide 26 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich bemoeien met
A
Altijd
B
Soms
Slide 27 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich abonneren op
A
Altijd
B
Soms
Slide 28 - Quizvraag
Altijd met zich of soms?
zich verslikken
A
Altijd
B
Soms
Slide 29 - Quizvraag
Maak een zin met de volgende werkwoorden
* Verspreken
* Bemoeien
* Schamen
* Verslapen
* Voelen
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Wederkerende werkwoorden
December 2022
- Les met
21 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wederkerend voornaamwoord
Mei 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3H Wederkerend en wederkerig vnw
Januari 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Wederkerende werkwoorden OKAN LILA
Maart 2024
- Les met
24 slides
OKAN
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
Thema 8.2 wederkerende werkwoorden
Mei 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5: gram. H1 zd + ws wederkend
November 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
A2 - vr 16 dec (wederkerend en wederkerig voornaamwoord)
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica zinsontleding 2wo 2 wederkerende werkwoorden (talent)
2 dagen geleden
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2