Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
klas 2 : révision jaar 1
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
12 Où est ....
L'Espagne
La Belgique
La Suisse
L'Italie
Slide 2 - Sleepvraag
Je hebt jezelf voorstellen in het Frans herhaald.
Combineer de Nederlandse zinnen met de Franse!
Ik heet
Ik ben 13 jaar
Ik woon in
Ik houd van
J'habite à
Je m'appelle
J'ai treize ans
J'aime
Slide 3 - Sleepvraag
2. En France, on mange ....
des escargots
des macarons
des pains au chocolat
des croissants
Slide 4 - Sleepvraag
vert
brun / marron
jaune
blanc / blanche
rouge
bleu
gris
noir
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Quelles sont les couleurs du drapeau (vlag) français?
A
rouge et blanc
B
jaune et vert
C
noir, jaune, rouge
D
bleu, blanc, rouge
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Zet de getallen in de juiste volgorde
dix
dix-sept
quatre
quinze
vingt-cinq
onze
Slide 9 - Sleepvraag
le portable
dire
utiliser
j'ai vu
j'y vais
derrière
drôle
attendre
grappig
ik heb gezien
achter
ik ga weg
gebruiken
wachten
de mobiele telefoon
zeggen
Slide 10 - Sleepvraag
dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le weekend
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag
Slide 11 - Sleepvraag
enfant
frère
soeur
cousines
parents
l'
les
le
les
la
Slide 12 - Sleepvraag
La famille:
la mère
de moeder
de neef
de oom
de grootmoeder
de vader
de nicht
la cousine
le cousin
l'oncle
le père
la grand-mère
Slide 13 - Sleepvraag
ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)
Les pronoms personnels
/ persoonlijkvoornaam
woorden.
je
elles
nous
il
tu
elle
vous
ils
on
Slide 14 - Sleepvraag
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
Combineer de juiste vorm van
être
met het goede persoonlijk voornaamwoord
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Slide 15 - Sleepvraag
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' (hebben) met het onderwerp
Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 16 - Sleepvraag
Wat zijn Franse werkwoorden op -er?
A
lire - apprendre - faire
B
aimer - regarder - écouter
C
apprendre - adorer - donner
D
avoir - être - faire
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de eerste stap die je moet doen bij werkwoorden op -er?
A
Je hoeft niks te doen
B
Je moet de stam maken
C
Je moet de uitgangen erachter zetten
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de stam van het werkwoord 'marcher'?
Slide 19 - Open vraag
Wat is de stam van het werkwoord 'danser'?
Slide 20 - Open vraag
Wat is stap 2 bij werkwoorden op -ER
A
niks
B
-ER eraf halen
C
de uitgangen er bij plakken
D
bepalen wat het onderwerp is van de zin
Slide 21 - Quizvraag
Ezelsbruggetjes
je cherch
E
tu cherch
ES
il cherch
E
/ elle cherch
E
/ on cherch
E
nous cherch
ONS
vous cherch
EZ
ils/elles cherch
ENT
Een
ESkimo
Eet
ONS
EZeltje
ENTerecht
Slide 22 - Tekstslide
Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord 'parler' naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles
Slide 23 - Sleepvraag
Werkwoorden op ER
Elle regard...
A
e
B
es
C
ons
D
ez
Slide 24 - Quizvraag
Werkwoorden op ER
Nous trouv...
A
e
B
es
C
ons
D
ez
Slide 25 - Quizvraag
Werkwoorden op ER >
tu regard...
A
e
B
es
C
ons
D
ez
Slide 26 - Quizvraag
Werkwoorden op ER >
elles cherch...
A
e
B
es
C
ons
D
ent
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de passé composé?
Wat is de Passé Composé?
A
toekomende tijd
B
tegenwoordige tijd
C
verleden tijd
Slide 28 - Quizvraag
Hoe maak je de Passé Composé?
A
avoir + voltooid deelw.
B
être + voltooid deelw.
C
avoir of être + voltooid deelw.
Slide 29 - Quizvraag
Welke is GEEN Passé Composé?
A
il parle
B
ils ont parlé
C
j'ai parlé
D
nous avons parlé
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de PASSÉ COMPOSÉ van
'je parle'?
A
j'ai parlé
B
j'ai parler
C
je parlé
D
je parle
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de PASSÉ COMPOSÉ van
'je mange'?
A
j'ai manger
B
j'ai mange
C
j'ai mangé
D
je mangé
Slide 32 - Quizvraag
hij heeft gezongen
(in de passé composé)
A
il a chanté
B
elle a chanté
C
il est chanté
D
il a chante
Slide 33 - Quizvraag
Passé Composé
Présent
j'ai mangé
il parle
ils ont acheté
je téléphone
vous avez dansé
nous écoutons
vous regardez
Tamara a marché
nous avons trouvé
on cherche
Elisa rencontre
tu as raconté
Slide 34 - Sleepvraag
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les klas 3: herhaling jaar 1
September 2022
- Les met
50 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
passe compose
Oktober 2022
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
V2 16/09/2024
September 2024
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3hv Bwise les 2
Januari 2023
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
havo 3 ch 2 I etre avoir
December 2021
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Leçon 07: Le Passé Composé (part 1)
Oktober 2022
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3 havo - Bron H & grammaire
September 2022
- Les met
44 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Semaine 23 (7 en 8 juni)
Mei 2021
- Les met
24 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2