V3 Herhalen imparfait

PROGRAMME
  • Vocabulaire
  • Les buts
  • Révision (herhaling) - l'imparfait
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PROGRAMME
  • Vocabulaire
  • Les buts
  • Révision (herhaling) - l'imparfait

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulaire
Check jouw voca met de onderstaande link:
mini quiz

Slide 2 - Tekstslide

Les buts
  • Ik weet hoe ik de imparfait maak in het Frans.

  • Ik kan de imparfait toepassen in zinsverband. 

Slide 3 - Tekstslide

Dit weet ik al over de imparfait:

Slide 4 - Open vraag

Je gebruikt de "imparfait" om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden
Mon père jouait de la guitare quand il était jeune.

Ma mère chantait dans un groupe pop.

Slide 5 - Tekstslide

Zo maak je de imparfait
  • Stap 1
    Neem de nous-vorm van de présent.
    nous chantons
  • Stap 2
    Haal -ons eraf
    --> chant
  • Stap 3
    Voeg de uitgangen van de imparfait toe

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de imparfait?

Slide 7 - Open vraag

Zo maak je de imparfait
  • Je chantais
  • Tu chantais
  • Il / elle / on chantait
  • Nous chantions
  • Vous chantiez
  • Ils / elles chantaient

Slide 8 - Tekstslide

Welke vorm van de tegenwoordige tijd moet ik gebruiken om de imparfait te maken?
A
Je-vorm
B
Vous-vorm
C
Nous-vorm
D
Ils-vorm

Slide 9 - Quizvraag

Je gebruikt de imparfait om te praten over...
A
een actie in de toekomst
B
een actie die nu gebeurt
C
een actie in het verleden
D
gewoontes in het verleden

Slide 10 - Quizvraag

De uitgangen van de imparfait zijn :
A
ai, as, a, ons, ez, ont
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
e, es, e, ons, ez, ent
D
ai, as, a, âme, âtes, èrent

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van
de imparfait van jij danste?
A
tu dansais
B
tu danssais
C
tu dansait
D
tu dansaient

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Koppel het juiste persoonlijk voornaamwoord aan de juiste vorm van de imparfait.
dansais
chantions
étiez
adorais
allait
aimaient
il
tu
vous
elles
je
nous

Slide 14 - Sleepvraag

De imparfait van être is bijzonder...
De vorm is ONREGELMATIG 
dus NIET met de nous-vorm van de présent

Slide 15 - Tekstslide

De  imparfait van être
Je kunt hier NIET de  nous vorm van de présent nemen. 
Het is de enige uitzondering : de 'imparfait-stam' is: ét-
j'étais
tu étais
il / elle / on était
nous étions
vous étiez
ils / elles étaient

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het werkwoord être in de imparfait?
A
J'était
B
Je suis été
C
J'étais
D
J'êtrais

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord être in de imparfait?
A
ils était
B
ils étaient
C
ils étais
D
ils étions

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord être in de imparfait?
A
tu êtrais
B
tu était
C
tu étiez
D
tu étais

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord être in de imparfait?
A
nous étions
B
nous sommions
C
nous étrons
D
nous sommiez

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Traduis en français:
ik keek
A
je regarde
B
je regardait
C
je regardais
D
j'ai regardé

Slide 22 - Quizvraag

Traduis en français:
jullie hadden
A
vous avez
B
vous avoirez
C
vous avriez
D
vous aviez

Slide 23 - Quizvraag

Traduis en français:
zij waren
A
elles étaient
B
elles sommaient
C
ils sont
D
ils êtraient

Slide 24 - Quizvraag

Que sais-tu maintenant sur l'imparfait ?

Slide 25 - Woordweb

Maître Gims - Bella
Uitdaging:
Luister naar het liedje Bella van Maître Gims 
Vul de songtekst aan op jouw stencil

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video