In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
wat weet je van..rationalisme?
Slide 1 - Woordweb
Wat weet je van..empirisme?
Slide 2 - Woordweb
Tijdlijn tekenen
Slide 3 - Tekstslide
Aan het einde van deze les kun je:
- de denkbeelden van:
xRousseau
xMontesquieu
xVoltaire
xLocke
in eigen woorden omschrijven en uitleggen
en
- een definitie van 'Verlichting' in eigen woorden geven
Slide 4 - Tekstslide
De Verlichting
Slide 5 - Tekstslide
De Verlichting?
Slide 6 - Woordweb
De Verlichting:
Een intellectuele stroming, maar ook een periode, waarin het geloof kritisch wordt benaderd en men gelooft dat door middel van rationalisme en empirisme er op alle fronten in de maatschappij verbetering zal komen.
Slide 7 - Tekstslide
Voltaire (1694-1778)
Kritiek op de katholieke kerk
Godsdienstvrijheid
God op afstand (horlogemaker) --> Deïsme
Verlicht absolutisme
Slide 8 - Tekstslide
John Locke (1632 - 1704)
- Mensen hebben natuurlijke rechten
- Tegen Absolutisme:
- Sociaal contract:
Macht moet door het volk aan koning en ministers afstaan.
Volk kan deze macht terugeisen bij wanbestuur.
Slide 9 - Tekstslide
Montesquieu (1689-1755)
Scheiding der machten/ Trias politica
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechtsprekende macht
Slide 10 - Tekstslide
Rousseau (1712-1778)
Ook sociaal contract: Afspraak van individuen om natuurlijke vrijheid te ruilen voor politieke vrijheid --> Volkssoevereiniteit!
--> werkt met de Volonté General (algemene volkswil)--> elke beslissing altijd terugkoppelen naar het volk
Slide 11 - Tekstslide
o.i.v. Verlichtingsdenken ontstaat
Cultuurrelativisme
(culturen zijn in principe gelijkwaardig)
Maar gebruikelijker wordt het idee van westerse culturele superioriteit
Slide 12 - Tekstslide
De algemene volkswil hoort bij:
A
Voltaire
B
Locke
C
Rousseau
D
Montesquieue
Slide 13 - Quizvraag
De contractfilosofen zijn
A
Voltaire en Locke
B
Locke en Rousseau
C
Montesquieu en Voltaire
D
Rousseau en Voltaire
Slide 14 - Quizvraag
Kennis opdoen door waarneming en experimenteren noemen we: