8e les nacionalidades Silvia

VWO 2 - español
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

VWO 2 - español

Slide 1 - Tekstslide

Deletrea el nombre de tu crush

Slide 2 - Open vraag

En la clase de hoy:
La clase anterior
La frase de la clase
Los deberes
Las nacionalidades
Presentarse
La evaluación
Los deberes

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

La frase de la clase
¿Qué significa 'despacito'?


¿Puedes hablar más despacio, por favor?

Slide 5 - Tekstslide

Los deberes
Tienes 3 oportunidades

Slide 6 - Tekstslide

Las clases anteriores
¿Cómo se dice: 'Kun je dat herhalen aub?'
¿Cómo se dice: 'Wat betekent'.....?
Wanneer is een woord masculino? en wanneer femenino?
Welke lidwoorden kennen we in het Spaans
Menciona (=noem) 8 paises donde hablan español

Slide 7 - Tekstslide

Los deberes
Herhalen:
Estudiar: herhalen - alles van de voorgaande lessen (uitspraak, spellen, klassenzinnen, persoonlijke voornaamwoorden, ww SER. TENER. Woordenlijsten reader unidad 1: herhalen: información personal 25,26 & 27 los números 0 tm 20 (reader blz 29 & 29)
woordenlijst vocabulario básico blz 29 reader
Nieuw: regels nationaliteiten en jouw eigen nationaliteit, werkwoord llamarse
rregels mannelijk/vrouwelijk, de lidwoorden (el/la/los/las en un/una/unos/unas) in het Spaans (aantekeningen) 

Maken: reader: mapa de Latinoamerica y las banderas de los paises


Slide 8 - Tekstslide



yo

él / ella /usted

nosotros/ nosotras

vosotros/ vosotras

ellos/ellas / ustedes



me    llamo   (ik heet)

te      llamas ( jij heet)

se     llama   (hij/ zij/ u heet) 

nos  llamamos (wij heten)

os     llamáis (jullie heten)

se     llaman (zij heten)




Llamarse = heten
LET OP! Als je dit werkwoord vervoegd moet je SE meevervoegen als:
 me, te, se, nos, os, seJe mag dit niet weglaten!!! 
Ejercicio ¿Quién es quién?
Reader página 24

Slide 9 - Tekstslide

Llamarse
Klik HIER voor opdracht 1

Klik HIER voor opdracht 2

Slide 10 - Tekstslide

Los paises y las nacionalidades
A. Hand-out de la profe
Rellenalo con un lápiz
Bespreken

          ¿Listo/a? Bedenk voor jezelf: Hay tres grupos en cuanto al genero de las nacionalidades. Welke drie groepen kun je ontdekken en wat is de regel?

Slide 11 - Tekstslide

mannelijk eindigt op -o,
vrouwelijk eindigt op - a
mannelijk eindigt op een medeklinker, 
vrouwelijk + a ( het accentje valt weg)
voor mannelijk en vrouwelijk is er één vorm
canadiense
marroquí
belga
israelí
alemana
español
holandés
portuguesa
argentino
italiana
ruso
brasileña

Slide 12 - Sleepvraag

¿En cuántos paises se habla español?
Libro de texto - página 22
¿En cuántos paises se habla español?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zeg je : ik ben Silvia
A
me llama Silvia
B
Soy Silvia
C
Soy de Silvia
D
Soy me llamas Silvia

Slide 14 - Quizvraag

hoe zeg je : ik kom uit Guatemala?
A
Soy Guatemala
B
Soy de Guatemala

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vraag je : kom je uit Spanje?
A
¿Eres España?
B
¿ Eres de España?
C
¿De dónde España?
D
¿De dónde eres España?

Slide 16 - Quizvraag

Ik begrijp de stof van vandaag:
A
¡muy bien!
B
bastante bien
C
no muy bien...
D
¡fatal!

Slide 17 - Quizvraag

Los deberes
NIEUW: Woordjes: Nacionalidades blz 23 & 24 reader. Herhalen:
Estudiar: herhalen - alles van de voorgaande lessen (uitspraak, spellen, klassenzinnen, persoonlijke voornaamwoorden, ww SER. TENER. Woordenlijsten reader unidad 1: herhalen: información personal 25,26 & 27 los números 0 tm 20 (reader blz 29 & 29)
woordenlijst vocabulario básico blz 29 reader
Nieuw: regels nationaliteiten en jouw eigen nationaliteit, werkwoord llamarse
rregels mannelijk/vrouwelijk, de lidwoorden (el/la/los/las en un/una/unos/unas) in het Spaans (aantekeningen) . 

Maken: reader: oef 25 & 27 (blz 17 & 18 reader)


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide