14e les - V2C - 7 de octubre de 2020

V2A - español
Lunes, 19 de octubre de 2020

Las nacionalidades / el plural 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V2A - español
Lunes, 19 de octubre de 2020

Las nacionalidades / el plural 

Slide 1 - Tekstslide

En la clase de hoy:
La clase anterior
Los deberes para hoy
Las nacionalidades
Singular y plural
La evaluación
Los deberes para la próxima clase

Slide 2 - Tekstslide

La clase anterior
¿Cómo se dice en español: 'kun je wat langzamer praten aub?

Welke drie groepen kennen we bij de nationaliteiten? Geef een voorbeeld van elke groep.

¿Cómo se dice en español: 'wat is jouw nationaliteit?' 
En hoe kun je daarop antwoorden?


¿Cuál es tu nacionalidad?
Soy + nacionalidad

Slide 3 - Tekstslide

Los deberes
Herhalen: Woordjes: Nacionalidades blz 23 & 24 reader. Herhalen:
Estudiar: herhalen - alles van de voorgaande lessen (uitspraak, spellen, klassenzinnen, persoonlijke voornaamwoorden, ww SER. TENER. Woordenlijsten reader unidad 1: herhalen: información personal 25,26 & 27 los números 0 tm 20 (reader blz 29 & 29)
woordenlijst vocabulario básico blz 29 reader
Regels nationaliteiten en jouw eigen nationaliteit, de woordenlijst paises y nacionalidades, werkwoord llamarse
regels mannelijk/vrouwelijk, de lidwoorden (el/la/los/las en un/una/unos/unas) in het Spaans (aantekeningen) .
Maken: oef 26 (reader)

Slide 4 - Tekstslide

el plural - observa
la casa - dos casas
un libro - unos libros
el avión - dos aviones
un profesor - unos profesores
el parque - tres parques

Slide 5 - Tekstslide

¿Cuál es la regla del plural en español?

Slide 6 - Open vraag

El plural 
Als je een Spaans woord in het meervoud zet komt er 's' of 'es' bij.

  • Eindigt een zelfstandig naamwoord op een klinker (A/E/O/U/I)?    +s
  • Eindigt een zelfstandig naamwoord niet op een klinker?               +es


La mesa >    Las mesas                            El rotulador  >   Los rotuladores 
El libro    >    Los libros                              Una ciudad   >   Unas ciudades
het meervoud
Vergeet niet dat je ook het lidwoord moet aanpassen naar het meervoud!

Slide 7 - Tekstslide

¡OJO!
Uitzonderingen:

Woorden die eindigen op een - z krijgen als meervoud : CES
Dus: PEZ --> PECES

Accentjes op de laatste lettergreep vallen weg!
Estación -- estaciones




Slide 8 - Tekstslide

Corregir: ejercicio 26 (reader)

Slide 9 - Tekstslide

¿En cuántos paises se habla español?
Libro de texto - página 22
¿En cuántos paises se habla español?

Slide 10 - Tekstslide



yo

él / ella /usted

nosotros/ nosotras

vosotros/ vosotras

ellos/ellas / ustedes



me    llamo   (ik heet)

te      llamas ( jij heet)

se     llama   (hij/ zij/ u heet) 

nos  llamamos (wij heten)

os     llamáis (jullie heten)

se     llaman (zij heten)




Llamarse = heten
LET OP! Als je dit werkwoord vervoegd moet je SE meevervoegen als:
 me, te, se, nos, os, seJe mag dit niet weglaten!!! 
Ejercicio ¿Quién es quién?
Reader página 24

Slide 11 - Tekstslide

Llamarse
Klik HIER voor opdracht 1

Klik HIER voor opdracht 2

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zeg je : ik ben Silvia
A
me llama Silvia
B
Soy Silvia
C
Soy de Silvia
D
Soy me llamas Silvia

Slide 13 - Quizvraag

hoe zeg je : ik kom uit Guatemala?
A
Soy Guatemala
B
Soy de Guatemala

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vraag je : kom je uit Spanje?
A
¿Eres España?
B
¿ Eres de España?
C
¿De dónde España?
D
¿De dónde eres España?

Slide 15 - Quizvraag

Ik begrijp de stof van vandaag:
A
¡muy bien!
B
bastante bien
C
no muy bien...
D
¡fatal!

Slide 16 - Quizvraag

Los deberes
Herhalen: Woordjes: Nacionalidades blz 23 & 24 reader. Herhalen:
Estudiar: herhalen - alles van de voorgaande lessen (uitspraak, spellen, klassenzinnen, persoonlijke voornaamwoorden, ww SER. TENER. Woordenlijsten reader unidad 1: herhalen: información personal 25,26 & 27 los números 0 tm 20 (reader blz 29 & 29)
woordenlijst vocabulario básico blz 29 reader
Regels nationaliteiten en jouw eigen nationaliteit, de woordenlijst 'nacionalidades,  werkwoord llamarseregels mannelijk/vrouwelijk, de lidwoorden (el/la/los/las en un/una/unos/unas) in het Spaans (aantekeningen) .
Maken: oef 20 & 21 (reader blz 15)


Slide 17 - Tekstslide