Het gebruik van ER

Maak een zin met het woordje ER
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maak een zin met het woordje ER

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kijk naar de video en noteer de zinnen met ER
Kijk naar de video en noteer de zinnen met ER

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Heb jij nog zakdoekjes? Ik heb er nog twee
A
Er = plaats
B
Er + hoeveelheid
C
Er + onbepaald onderwerp
D
Er + voorzetsle

Slide 11 - Quizvraag

Wie heeft er een pen voor me?
A
Er = plaats
B
Er + hoeveelheid
C
Er + onbepaald onderwerp
D
Er kondigt een bijzin aan

Slide 12 - Quizvraag