Het gebruik van ER

Het woordje 'er'
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het woordje 'er'

Slide 1 - Tekstslide

Maak een zin met het woordje ER

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Kijk naar de video en noteer de zinnen met ER
Kijk naar de video en noteer de zinnen met ER

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Heb jij nog zakdoekjes? Ik heb er nog twee
A
Er = plaats
B
Er + hoeveelheid
C
Er + onbepaald onderwerp
D
Er + voorzetsle

Slide 12 - Quizvraag

Wie heeft er een pen voor me?
A
Er = plaats
B
Er + hoeveelheid
C
Er + onbepaald onderwerp
D
Er kondigt een bijzin aan

Slide 13 - Quizvraag

Huiswerk
De Taalschool blz. 81- 84 Maandag inleveren.

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwsbegrip

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link