herhaalles 2

Zet de zinnen in de juiste volgorde
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare school

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zet de zinnen in de juiste volgorde

Slide 1 - Tekstslide

our holiday / will / in Ireland / we / spend / next year

Slide 2 - Open vraag

did / I / him / see / not / last night / at the disco

Slide 3 - Open vraag

in Greece / spend / I / will / next year / my holiday

Slide 4 - Open vraag

Dus normaal gesproken:
onderwerp + werkwoorden + lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp + plaats + tijd (P voor T)
I wrote a letter to my friend at home last night. 

Slide 5 - Tekstslide

Waar zet je het bijwoord?

Slide 6 - Tekstslide

My _A_ cousins _B_ visit _C_ me _D_ in the morning.
A
often
B
often
C
often
D
often

Slide 7 - Quizvraag

My cousins often visit me in the morning.

Hoeveel werkwoorden ? > 1 (visit)
vorm van to be? > nee
= bijwoord voor het werkwoord.

Slide 8 - Tekstslide

_A_ have _B_ these children _C_ learned French _D_ at school?
A
never
B
never
C
never
D
never

Slide 9 - Quizvraag

Have these children never learned French at school?


Hoeveel werkwoorden? > 2 (have + learned)
= voor het laatste werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

_A_ the weather _B_ is _C_ bad in November _D_.
A
always
B
always
C
always
D
always

Slide 11 - Quizvraag

The weather is always bad in November.


Hoeveel werkwoorden? > 1 (is)
vorm van to be? > ja
= bijwoord na het werkwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Vind je dit moeilijk? 
Kijk op bladzijde 30 van je theorieboekje.

Slide 13 - Tekstslide

Kies de juiste vertaling.

Slide 14 - Tekstslide

De kamers van de broers.
A
the brothers room's
B
the brothers rooms
C
the brother's rooms
D
the brothers' rooms

Slide 15 - Quizvraag

de kamers van mijn broers
van mijn broers = bezit = genitive
het woord brothers eindigt op een s en is meervoud 
dus alleen '.
de kamers = meervoud = +s

Slide 16 - Tekstslide

de kleding van de mannen
A
man's clothes
B
mans clothes
C
men's clothes
D
mens clothes

Slide 17 - Quizvraag

De kleding van de mannen.
mannen = meervoud = onregelmatig dus men
van de mannen = bezit 
meervoud eindigt niet op -s dus 's.

Slide 18 - Tekstslide

De auto van mijn ouder
A
my parent's car
B
my parents car
C
my parents' car
D
my parent car

Slide 19 - Quizvraag

De auto van mijn ouder
ouder = enkelvoud = parent
van mijn ouder = bezit
parent eindigt niet op s dus 's

Slide 20 - Tekstslide

Vind je dit moeilijk?
Kijk dan nog op bladzijde 39 van je theorie boekje.

Slide 21 - Tekstslide

Vertaal het woord tussen haakjes.

Slide 22 - Tekstslide

Londen is de (grootste) stad in Groot-Brittannië.

Slide 23 - Open vraag

Dat gebouw is het (oudste) gebouw in de wereld.

Slide 24 - Open vraag

De Tower Bridge is de (beroemdste) brug ooit.

Slide 25 - Open vraag

Dat is het (gevaarlijkste) dier ter wereld.

Slide 26 - Open vraag

Regels
1 lettergreep = +er/+est
2 lettergrepen en –le, -er, -ow, -some, -y = +er/+est

2 lettergrepen geen bovenstaande = more/most
3 lettergrepen of meer = more/most

Vind je dit moeilijk? Kijk in je theorieboekje op blz 35

Slide 27 - Tekstslide

Het proefwerk
Volgende week dinsdag.
Je kan altijd naar investuur komen om te oefenen.

Feedback op de snapzinnen voor het weekend. Met leertips waar je nog mee moet oefenen.

Succes!

Slide 28 - Tekstslide

Extra oefening

Slide 29 - Tekstslide

Vertaal de zin

Slide 30 - Tekstslide

De jongen is luid. Hij schreeuwt luid.

Slide 31 - Open vraag

Deze oefeningen zijn makkelijk. Jij kunt deze goed doen

Slide 32 - Open vraag

Vertaal de woorden tussen haakjes.

Slide 33 - Tekstslide

Kijk! Mijn dochter heeft drie ramen (gebroken).

Slide 34 - Open vraag

Hij heeft gisteren een nieuwe horloge (gekocht).

Slide 35 - Open vraag

Ben je ooit in Noorwegen geweest?

Slide 36 - Open vraag

Verbeter de fouten
Je hoeft alleen het woord/ de woorden goed op te schrijven.

Slide 37 - Tekstslide

In some cases, attackers even use it to begin illegal or inappropriately relationships or to harm a person or family.

Slide 38 - Open vraag

Mrs. Odijk and Ms. Wijnia always drive quick.

Slide 39 - Open vraag