In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom H3E!
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
Nieuw Nederlands + schrift
leesboek
agenda
etui
Slide 1 - Tekstslide
Welkom H3F!
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
Nieuw Nederlands + schrift
agenda
etui
Slide 2 - Tekstslide
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk H3F
Maandag 11 maart:
Spelling hf. 5: opdr. 1 t/m 3, 5, 6
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk H3E
Woensdag 13 maart:
Spelling hf. 5: opdr. 1 t/m 3, 5, 6
Slide 5 - Tekstslide
Deze les
Spelling H5 - Lastige leestekens
Aan het eind van de les:
weet je hoe je komma's gebruikt;
weet je hoe je dubbele punten gebruikt;
weet je hoe je aanhalingstekens gebruikt;
weet je hoe je puntkomma's gebruikt.
Slide 6 - Tekstslide
Terugblik H4 -
woorden korter schrijven
Slide 7 - Tekstslide
cao
timer
0:20
Slide 8 - Open vraag
dr.
timer
0:20
Slide 9 - Open vraag
GGD
timer
0:20
Slide 10 - Open vraag
LAKS
timer
0:20
Slide 11 - Open vraag
Wat weet je nog?
Op de volgende slides krijg je zinnen te zien zonder hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens. Neem de zinnen over en gebruik hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens.
Slide 12 - Tekstslide
ha vincent zei ilonka wat gezellig dat je er weer bent
Slide 13 - Open vraag
bij de italiaan staat van alles op het menu pizza pasta en tiramisu
Slide 14 - Open vraag
Lastige leestekens
Leestekens helpen bij het lezen van een tekst. Wanneer gebruik je leestekens?
Komma: geeft een rust in de zin aan.
voor of na een aanspreking: Maud, wil je mij de boter aangeven?
tussen de delen van een opsomming: Morgen ga ik fietsen, wandelen en zwemmen.
tussen twee persoonsvormen: Omdat de kraan al een tijdje lekt, heb ik de loodgieter gebeld.
tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn: Joppe gaat naar Frankrijk op vakantie, omdat hij van het weer houdt.
voor en achter een bijstelling: Pablo Picasso, de beroemde schilder overleed in 1973.
Slide 15 - Tekstslide
Lastige leestekens
Dubbele punt: kondigt iets aan.
een citaat (directe rede): De jongen vroeg: 'Waar is het zwembad?'
een gedachte: Toen Lara naar buiten keek, dacht ze: ik wacht wel tot de bui over is.
een opsomming: Alinda leest van alles: romans, thrillers en stripboeken.
een uitleg of toelichting: Helaas gaat de picknick morgen niet door: het wordt slecht weer.
Slide 16 - Tekstslide
Lastige leestekens
Puntkomma:
tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen: Sep heeft een bijbaantje in het zwembad; hij wil later badmeester worden.
de afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt.
De opdracht is als volgt: - kies een boek; - schrijf een samenvatting; - presenteer de samenvatting.
Slide 17 - Tekstslide
Lastige leestekens
Aanhalingstekens:
bij citaten:
'Ik kan vanavond niet mee', zei Anton. 'Ik moet werken.' 'Als je meedoet met het toernooi,' vertelde Colin, 'moet je je wel opgeven.' 'Fiets jij mee?', vroeg Dieke aan Cas.
als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: Het woord 'ijs' doet me aan de zomer denken.
als het woord op een speciale manier gebruikt wordt: De agent zei dat hij die 'lieve jongen' wel zou inrekenen.