Stijlfiguren

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Stijlfiguren

Waarom gebruiken schrijvers stilistische middelen? Wat is het beoogd effect?

Stijlfiguren in deze les

5. Litotes

6. Asyndeton

7. Polysyndeton

8. Trikolon (climax)

1.  Alliteratie

2. Antithese

3. Anafoor

4. Retorische vraag

Alliteratie

Antithese

Anafoor

Sleep de stijlfiguren naar het juiste voorbeeld

Veni, vidi, vici

Ze zijn als water en vuur

dag stoel naast de tafel

dag brood op de tafel

dag visserke-vis met de pijp

Alliteratie

Antithese

Anafoor

Alliteratie - Antithese - Anafoor

Alliteratie: herhaling van beginmedeklinkers 

• Veni, vidi, vici

Antithese: het dicht bij elkaar plaatsen van inhoudelijk tegengestelde begrippen

• Ze zijn als water en vuur

Anafoor: herhaling van een tekstelement aan het begin van een zinnen/zindsdelen

• dag stoel naast de tafel, dag brood op de tafel, dag visserie-vis met de pijp

Alliteratie - Antithese - Anafoor

Alliteratie: herhaling van beginmedeklinkers 

• Veni, vidi, vici
  

Antithese: het dicht bij elkaar plaatsen van inhoudelijk   

                     tegengestelde begrippen

• Ze zijn als water en vuur
  

Anafoor: herhaling van een tekstelement aan het begin van 

                  zinnen/zindsdelen

• dag stoel naast de tafel, dag brood op de tafel, dag visserie-vis   met de pijp

Retorische vraag

Litotes

Retorische vraag - Litotes

Retorische vraag: vraag waarop geen antwoord wordt verwacht

Litotes: ontkenning van een begrip, waardoor het tegendeel 

                  benadrukt wordt (dubbele ontkenning)

Geef een voorbeeld van een litotes

Asyndeton

Polysyndeton

Trikolon (climax)

"Et placet et video, sed quod videoque placetque non tamen invenio"

1. Asyndeton
2. Polysyndeton
3. Trikolon
4. Climax

"Veni, vidi, vici"

1. Asyndeton
2. Polysyndeton
3. Trikolon
4. Climax

Asyndeton - Polysyndeton - Trikolon (climax)

Polysyndeton: opeenvolging van min. 2 tekstelementen binnen een 

                             zin, verbonden door nevenschikkende voegwoorden

• Et placet et video, sed quod videoque placetque non tamen... 

Asyndeton: opeenvolging van min. 2 tekstelementen zonder 

                        verbindingswoord

• Veni, vidi, vici

Trikolon: opsomming bestaande uit drie delen (vaak met climax: 

                  inhoud tekstelementen wordt steeds sterker)

• Veni, vidi, vici (climax?)

Stijlfiguren in deze les

5. Litotes

6. Asyndeton

7. Polysyndeton

8. Trikolon (climax)

1.  Alliteratie

2. Antithese

3. Anafoor

4. Retorische vraag