Nederlands vaste vergelijkingen

Zo ... als een vos
1 / 24
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zo ... als een vos

Slide 1 - Open vraag

Zo lek als een ...
A
fietsband
B
aquarium
C
mandje
D
vis

Slide 2 - Quizvraag

Zo doof als een .......

Slide 3 - Open vraag

Zo ... als sneeuw
A
koud
B
wit
C
zacht
D
stoffig

Slide 4 - Quizvraag

Zo ... als een deur
A
houterig
B
sterk
C
groot
D
gek

Slide 5 - Quizvraag

Vaste vergelijkingen
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken. Je vergelijkt ze met elkaar.

Bijvoorbeeld: Jasper is zo sterk als een beer.
Je zegt dan dus dat Jasper heel erg sterk is.
Een vergelijking is altijd figuurlijk bedoeld. Vaste vergelijkingen hebben meestal de vorm zo … als ....

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Na de gymles was Laura zo stijf als een ...

Slide 8 - Open vraag

De juwelendief was zo vlug als ...

Slide 9 - Open vraag

Mijn kleine broertje is zo bang als een ...

Slide 10 - Open vraag

Onze tent was zo lek als een ...

Slide 11 - Open vraag

De deelnemer aan de talentenjacht zingt zo vals als een ...

Slide 12 - Open vraag

Volgens de dokter is mijn oma zo gezond als een ...

Slide 13 - Open vraag

Ze dachten zo slim als een ... te zijn.

Slide 14 - Open vraag

Hij was zo rond als een ...

Slide 15 - Open vraag

Hij voelde zich zo slap als een ...

Slide 16 - Open vraag

Vervolgens werd hij zo ziek als een ...

Slide 17 - Open vraag

Ook zijn moeder, die zo lelijk als de ... was, bleek te hebben geslikt.

Slide 18 - Open vraag

De vrouw was zo nijdig als een ...

Slide 19 - Open vraag

Ze was zo koppig als een ... en ontkende alles.

Slide 20 - Open vraag

Dan ben je toch zo dom als een ...

Slide 21 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met iemand die ‘geld als water’ heeft?

Slide 22 - Woordweb

Hebben de personen in de tekst geld als water? Leg je antwoord uit.
Ja
Nee

Slide 23 - Poll

Verzin zelf nog een zin met een vaste vergelijking met ‘zo … als’.

Slide 24 - Open vraag