Herhaling Woordenschat H1 t/m 3

timer
10:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat H1: woordbetekenissen zoeken

Slide 2 - Tekstslide

Kapot - stuk
A
Voorbeeld
B
Omschrijving
C
Synoniem
D
Tegenstelling

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van "essentieel"?
A
Onbelangrijk
B
Erg belangrijk
C
Onmisbaar

Slide 4 - Quizvraag

Woordenschat H2: figuurlijk taalgebruik

Slide 5 - Tekstslide

Betekenissen (figuurlijk en letterlijk)
Zinnen
Ze wonen net op zichzelf, maar kunnen nog maar moeilijk op eigen benen staan. 
Ze liepen elkaar in de winkelstraat tegen het lijf.
Ze kunnen nog niet lopen.
Ze zijn nog niet erg zelfstandig. 
Ze botsten tegen elkaar op.
Ze kwamen elkaar tegen.

Slide 6 - Sleepvraag

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quizvraag

De toekomst lacht ons tegemoet.
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk taalgebruik

Slide 8 - Quizvraag

In onze tuin staat de hoogste boom van de buurt.
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 9 - Quizvraag

Vergelijkingen
Je vergelijkt iets letterlijks met een beeld (figuurlijk) om iets duidelijk te maken. 

Henk heeft te lang in de zon gelegen en nu is hij zo rood als een kreeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Vaste vergelijkingen
Veel vergelijkingen maken we altijd op dezelfde manier. 

Ze zitten als ratten in de val. 
Hij is zo rood als een kreeft.

Daar gaat dit onderdeel over.

Slide 11 - Tekstslide

Zo groen als...
A
een asperge
B
een sperzieboon
C
gras
D
boerenkool

Slide 12 - Quizvraag

Zo dom als
A
Einstein
B
Trump
C
een vogel
D
een ezel

Slide 13 - Quizvraag

Zo ... als een varken
A
vies
B
lui
C
dik
D
roze

Slide 14 - Quizvraag

Zo ... als een kwartel
A
snel
B
klein
C
vlug
D
doof

Slide 15 - Quizvraag

Zo lek als ...
A
een koe
B
een mandje
C
een baviaan
D
een vis

Slide 16 - Quizvraag

Zo nijdig als ...
A
een spin
B
een kraai
C
een wezel
D
een kanarie

Slide 17 - Quizvraag

Zo vlug als ...
A
een leeuw
B
een schildpad
C
water
D
regen

Slide 18 - Quizvraag

Antwoorden H3

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden H3

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden H3

Slide 21 - Tekstslide