In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Fantastische Freizeit
Slide 1 - Tekstslide
Die Freizeit
Een week telt 168 uur en daarvan zit je maar zo'n 35 op school. Natuurlijk moet je ook nog een paar uur slapen maar er blijft genoeg tijd voor hobbys.
Alles wat we doen in de vrije tijd gaan we in het hoofdstuk 4 leren
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Veel Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten zien. Je gaat met een quiz nu een aantal nieuwe woorden leren.
Slide 4 - Tekstslide
A
reiten
B
tanzen
C
schwimmen
D
malen
Slide 5 - Quizvraag
A
reiten
B
malen
C
singen
D
tanzen
Slide 6 - Quizvraag
A
singen
B
Rad fahren
C
schwimmen
D
reiten
Slide 7 - Quizvraag
A
Volleyball spielen
B
Fußball spielen
C
Minigolf spielen
D
Schlittschuh laufen
Slide 8 - Quizvraag
A
reiten
B
Schi fahren
C
Rad fahren
D
malen
Slide 9 - Quizvraag
A
Rad fahren
B
Schi fahren
C
Schlittschuh laufen
D
tanzen
Slide 10 - Quizvraag
A
gewinnen
B
üben
C
trainieren
D
singen
Slide 11 - Quizvraag
A
malen
B
singen
C
reiten
D
üben
Slide 12 - Quizvraag
A
gewinnen
B
verlieren
Slide 13 - Quizvraag
A
Schlittschuh laufen
B
Schi fahren
Slide 14 - Quizvraag
Je hebt net 10 nieuwe Duitse woorden geleerd. Weet je nog welke er waren? Schrijf minstens twee in het Duits op.
timer
0:40
Slide 15 - Open vraag
Wat denk je? Welke sport zie je op de foto.
A
Akrobatik
B
Trampolinspringen
C
Salto springen
D
Parkour
Slide 16 - Quizvraag
Wat precies is Parkour?
Bekijk de volgende film.
Schrijf in het kort op in je schrift wat de sport Parkour inhoudt.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Die Mädchen machen auch Parkour. Wie viele Mädchen machen hier mit?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
Vor jedem Training sollst du........... (voor elke training moet je....)
A
aufwärmen
B
gut ausschlafen
C
keine Angst haben (niet bang zijn)
D
nichts essen
Slide 20 - Quizvraag
Was musst du bei diesem Sport immer bei dir haben?
A
gute Schuhe (goede schoenen)
B
einen Freund
C
Wasser
D
Glück (geluk)
Slide 21 - Quizvraag
Wat doen Duitse jongeren zoal in hun vrije tijd?
Bekijk het volgende filmpje.
Hoeveel vrijetijdsbestedingen hoor je?
Schrijf in het Duits of Nederlands.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Schrijf nu minst 8 informatie over wat de Duitsers in hun vrije tijd doen. Schrijf in het Nederlands.
timer
0:40
Slide 24 - Open vraag
Maak nu de eerste opdrachten in je werkboek of werk digitaal in de methode: