Paragraaf 1.1 Organismen indelen

Paragraaf 1.1 'Organismen indelen'
Hoofdstuk 1 
Organismen uit vier rijken
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.1 'Organismen indelen'
Hoofdstuk 1 
Organismen uit vier rijken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Welkom!
  • Uitleg nieuwe stof paragraaf 1.1  'Organismen indelen'
  • Opdracht/werkvorm
  • Klassikale afsluiting
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De juiste definitie van het begrip soort is:
A
Organismen die zich kunnen voortplanten, maar geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
B
Organismen die samen kunnen leven
C
Organismen die zich kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
D
Organismen die nakomelingen kunnen krijgen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een mus eet besjes.
Welk levenskenmerk wordt genoemd?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke groep van het dierenrijk vallen de: vissen,amfibieën,reptielen,vogels en zoogdieren?
A
Stekelhuidigen
B
Geleedpotigen
C
Gewervelden
D
Holtedieren

Slide 10 - Quizvraag

Wat heeft deze groep gemeen?..
Een wervelkolom
Behoren een geit en een schaap tot dezelfde soort?
A
Juist, ze kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen
B
Onjuist, ze kunnen geen vruchtbare nakomelingen krijgen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wandelende tak valt onder welk rijk?
A
Dierenrijk
B
Plantenrijk
C
Schimmelrijk
D
Bacterierijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
poepen
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken paragraaf 1.1 Opdracht 3, 4, 5, 7, 11, 15 in je werkboek maken.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke delen bestaat een plant?
Hoe noem je deze vier delen van een plant?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantencellen leven!
Onderdelen van een plantencel
Wat is de functie?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stevigheid Planten
Houtachtige planten blijven stevig als ze geen water krijgen. 
Kruidachtige planten worden slap als ze geen water krijgen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe blijven planten stevig?
Kruidachtige planten:
  • Stevig door water
  • Vacuole zuigt zich vol en drukt tegen de celwand

Houtachtige planten:
  • Houtcellen in stammen en takken
  • Dikke celwanden met houtstof
  • Houtcellen vormen buisjes


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke delen bestaat een dier?
Cellen
Weefsels
Organen
Organenstelsels
Organisme

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke delen bestaat een dier?
Cellen
Weefsels
Organen
Organenstelsels
Organisme

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat een dierlijke cel?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat een dierlijke cel?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan naar de cellen van de 4 rijken kijken...

Waarom? 
- Alle organismen bestaan uit cellen!
- Als je goed kijkt naar de cellen, dan weet je met welk type organisme je te maken hebt!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel conserveren door:
Manieren om te conserveren:
  1. Invriezen / Koelkast
  2. Pasteuriseren
  3. Steriliseren
  4. Drogen
  5. luchtdicht verpakken
  6. Conserveringsmiddelen toevoegen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hebben de vier rijken elkaar nodig?
Het begint altijd bij planten!
Planten maken hun eigen voedsel!
Planten maken in de bladgroenkorrels van water en koolstofdioxide hun eigen voedsel. Hierbij komt zuurstof vrij.

Dit noem je:
FOTOSYNTHESE

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat de voedselkringloop?
In een schema:
Producenten= makers
Consumenten= gebruikers
Afvaleters= consumenten van afval
Reducenten= afbrekers. schimmels en bacteriën breken de laatste restjes van de  energierijke stoffen af tot mineralen.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van schimmels,
zoals gist.
Gist = een 1-cellige schimmel die leeft van suikers (glucose) in het meel.
Gist scheidt koolstofdioxide en alcohol uit ==> het deeg wordt luchtig. De alcohol verdampt in de oven. 

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van schimmels'

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van schimmels'

  • Schimmelkaas
  • Penciline 
  • Antibiotica: verzamelnaam voor bacteriedodende geneesmiddelen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Penicilline

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van bacteriën'
  • Yoghurt
  • Zuurkool
  • Afvalwater schoonmaken

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rioolwaterzuivering

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moderne biotechnologie
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd. ==> Genetische modificatie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies