Havo 1 tekstdoel en tekstsoorten oefening 9-6

Welkom bij Nederlands
Zet je camera aan
Zet je microfoon uit

Ga naar lessonup en vul de code in
Vul je eigen naam in

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Zet je camera aan
Zet je microfoon uit

Ga naar lessonup en vul de code in
Vul je eigen naam in

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Opmerkingen
- Fictie opdracht
- Oefenen met tekstdoelen


Huiswerk week 24: opdracht 4 en 5 van lezen hoofdstuk 5

Slide 2 - Tekstslide

Opmerkingen
- Wat wil de vraag van mij
- 'In welke zin?'
- Leg je antwoord uit
- Neem de tijd en lees goed
 - Geen opdrachten overslaan
- Kijk je werk serieus na

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

De tekstdoelen op een rij

Doel van de tekst: 
Informeren
Iets leren of uitleggen (instrueren)
Iets laten doen (activeren)
Een mening geven (overtuigen)
Vermaken (amuseren)


De schrijver wil:
Dat je iets te weten komt
Dat je weet hoe je iets moet doen
Je overhalen om iets te doen
Dat je zijn mening overneemt

Je vermaken

Slide 5 - Tekstslide

Welk tekstdoel 
Welk tekstdoel?

Slide 6 - Tekstslide

Welk tekstdoel had de vorige tekst?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 7 - Quizvraag

Welk tekstdoel 
Welk tekstdoel?

Slide 8 - Tekstslide

Wat was het onderwerp van de tekst?

Slide 9 - Open vraag

Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?

Slide 10 - Open vraag

Welk tekstdoel?
Karel de Grote
Karel de Grote leefde van ongeveer 742 tot 814. Hij werd geboren in de buurt van de Duitse stad Aken. Karel de Grote veroverde veel Europese landen. In het jaar 800 werd hij door de paus tot keizer gekroond. Karel de Grote heeft veel gedaan voor het onderwijs en de landbouw. Hoewel hij zelf niet kon schrijven, liet hij veel scholen oprichten. Monniken moesten die scholen oprichten en er les gaan geven. Ook liet Karel de Grote veel kerken bouwen. Hij was zelf christen en wilde dat iedereen in zijn rijk zich tot het christendom bekeerde.

Slide 11 - Tekstslide

Welk tekstdoel had de vorige tekst?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Welk tekstdoel?
Karel de Grote
Karel de Grote leefde van ongeveer 742 tot 814. Hij werd geboren in de buurt van de Duitse stad Aken. Karel de Grote veroverde veel Europese landen. In het jaar 800 werd hij door de paus tot keizer gekroond. Karel de Grote heeft veel gedaan voor het onderwijs en de landbouw. Hoewel hij zelf niet kon schrijven, liet hij veel scholen oprichten. Monniken moesten die scholen oprichten en er les gaan geven. Ook liet Karel de Grote veel kerken bouwen. Hij was zelf christen en wilde dat iedereen in zijn rijk zich tot het christendom bekeerde.

Slide 13 - Tekstslide

Wat was het onderwerp van de vorige tekst?

Slide 14 - Open vraag

Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?

Slide 15 - Open vraag

Recept voor circa 8 pannenkoeken
Tijd: 20 min.

BENODIGDHEDEN:
2 eieren
250 gr bloem
500 ml melk
snufje zout
boter of margarine om in te bakken
BEREIDINGSWIJZE: PANNENKOEKEN RECEPT
Meng in een kom het ei, de bloem, melk en een snufje zout. Als alle klontjes zijn verdwenen, kunnen de pannenkoeken gebakken worden. Verwarm een beetje boter of margarine in een pan. Wacht even totdat de pan goed warm is, en verdeel dan met een soeplepel wat beslag in het midden van de pan. Beweeg je pan een beetje heen en weer zodat het beslag over de hele pan verdeeld is. Bak de pannenkoek ongeveer 2-3 minuten totdat de bovenkant droog is. Draai de pannenkoek om en bak de pannenkoek nog ongeveer 1-2 minuten op de andere kant.

Slide 16 - Tekstslide

Wat was het doel van de vorige tekst
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 17 - Quizvraag

Recept voor circa 8 pannenkoeken
Tijd: 20 min.

BENODIGDHEDEN:
2 eieren
250 gr bloem
500 ml melk
snufje zout
boter of margarine om in te bakken
BEREIDINGSWIJZE: PANNENKOEKEN RECEPT
Meng in een kom het ei, de bloem, melk en een snufje zout. Als alle klontjes zijn verdwenen, kunnen de pannenkoeken gebakken worden. Verwarm een beetje boter of margarine in een pan. Wacht even totdat de pan goed warm is, en verdeel dan met een soeplepel wat beslag in het midden van de pan. Beweeg je pan een beetje heen en weer zodat het beslag over de hele pan verdeeld is. Bak de pannenkoek ongeveer 2-3 minuten totdat de bovenkant droog is. Draai de pannenkoek om en bak de pannenkoek nog ongeveer 1-2 minuten op de andere kant.

Slide 18 - Tekstslide

Wat was het onderwerp van de tekst?

Slide 19 - Open vraag

Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk en vragen
Huiswerk week 24: opdracht 4 en 5 van lezen hoofdstuk 5

Slide 21 - Tekstslide