Spieren

boek 5b Thema 6.5: Spieren
  • lees de eerste bladzijde van 6.5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

boek 5b Thema 6.5: Spieren
  • lees de eerste bladzijde van 6.5

Slide 1 - Tekstslide

welke 3 typen spierweefsel zijn er?

Slide 2 - Woordweb

welk type spierweefsel bestaat niet meer uit afzonderlijke spiercellen
A
glad spierweefsel
B
dwarsgestreept spierweefsel
C
hartspierweefsel

Slide 3 - Quizvraag

sommige typen spierweefsel staan onder invloed van je wil en noemen we willekeurige spieren;
-welke van de drie typen spierweefsel is of zijn willekeurig?
A
dwarsgestreept
B
glad en hart-
C
dwarsgestreept en hart
D
dwarsgestreept en glad

Slide 4 - Quizvraag

glad spierweefsel
dwarsgestreept spierweefsel
hartspierweefsel
willekeurig en in staat tot groot vermogen
onwillekeurig en beperkt vermogen
onwillekeurig en in staat tot groot vermogen

Slide 5 - Sleepvraag

verwerking
  • maak van 1.6 opdracht 48 en 49 digitaal
  • lees daarna verder over skeletspieren en acetylcholine

Slide 6 - Tekstslide

-hoe heet de neurotransmitter die bij de motorische eindplaat wordt afgegeven bij een impuls?

Slide 7 - Open vraag

-welke twee typen filamenten vinden we in myofibrillen?

Slide 8 - Open vraag

hoe noemen we de "werkeenheid" van een myofibril?

Slide 9 - Open vraag

bekijk Binas tabel 83D.4
- heeft myoglobine een hogere of lagere affiniteit voor zuurstof dan hemoglobine?
A
myoglobine heeft een hogere affiniteit voor zuurstof dan hemoglobine
B
myoglobine heeft een lagere affiniteit voor zuurstof dan hemoglobine

Slide 10 - Quizvraag

-beneden welke zuurstofspanning laat myoglobine zuurstof los?

Slide 11 - Open vraag

verwerking
  • maak van 1.6 opdracht 50 en 51 digitaal

Slide 12 - Tekstslide

-welke gespecialiseerde cellen in een spier registreren de spiertonus?

Slide 13 - Open vraag

kijk afbeelding 65
je ziet drie fasen van samentrekking van een spier:
1. met een gemiddelde spiertonus -> gemiddelde impulsfrequentie
2. in uitgerekte toestand -> impulsfrequentie van spierspoeltje neemt toe
3. in samengetrokken toestand -> impulsfrequentie van spierspoeltje neemt af

Slide 14 - Tekstslide

welk van de volgende uitspraken over de impulsfrequentie van een sensorisch neuron dat aan een samengetrokken spierspoeltje hangt is juist?
A
de impulssterkte neemt toe
B
de impulssterkte neemt af
C
de impulsfrequentie neemt toe
D
de impulsfrequentie neemt af

Slide 15 - Quizvraag

-wat is de taak van peesspoeltjes?

Slide 16 - Open vraag

anabole steroïden
  • lees de tekst over doping

Slide 17 - Tekstslide

anabole steroïden hebben invloed op uithoudingsvermogen en spierkracht;
-waardoor neemt het uithoudingsvermogen na gebruik van anabolen toe?
A
door extra aanmaak van witte bloedcellen
B
door extra aanmaak van rode bloedcellen
C
door extra aanmaak van spiereiwitten
D
doordat je minder vermoeid raakt

Slide 18 - Quizvraag

-waardoor worden mannen vrouwelijker na gebruik van anabolen?

Slide 19 - Open vraag

kijk en vergelijk hoe groot de gelijkenis is  tussen al deze testosteron-achtige moleculen (waarvan een deel als anabole steroïde gebruikt wordt)

Slide 20 - Tekstslide

wanneer een arts met een hamertje net onder je knieschijf tikt, schiet het onderbeen naar voren;
-wat is de functie van deze kniepeesreflex?

Slide 21 - Open vraag

verwerking
maak van 1.6 opdracht 53, 54 en 55 digitaal

Slide 22 - Tekstslide