wat het verschil is tussen realistische en niet-realistische fictie is.
Slide 3 - Tekstslide
Fictie 1.1 Fictie en non-fictie
Alles wat verzonnen is noemen we fictie. Bijvoorbeeld: leesboeken, stripverhalen, films, series, toneelstukken en gedichten.
Slide 4 - Tekstslide
Fictie 1.1
Fictie voorbeelden
Slide 5 - Tekstslide
Fictie 1.1 Fictie en non-fictie
Alles wat niet verzonnen is, noemen we non-fictie.
Bijvoorbeeld: Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken, handleidingen, krantenberichten, een informatie boek, het journaal, een documentaire of reality-programma.
Slide 6 - Tekstslide
Fictie 1.1
Non-Fictie voorbeelden
Slide 7 - Tekstslide
Fictie 1.1
Mobiel weg en uit
Alleen boek en etui op tafel
Slide 8 - Tekstslide
Fictie 1.1
Kort voorlezen plus vragen
huiswerk bespreken
Samen lezen tekst Bij Robin Thuis
Maken 7, 8 en 9
Slide 9 - Tekstslide
Luister naar een stukje van het korte verhaal Domino Day
en beantwoord de vraag.
Slide 10 - Tekstslide
Luistervragen
1. Waarom pakt de ik-persoon de sleutel met woensdag erop?
2. Wat staat er allemaal in de hal?
3. Hoe zou je het karakter van Desie omschrijven?
Slide 11 - Tekstslide
Luistervragen - de antwoorden
1. omdat het woensdag is en ze naar huis van de Westerling willen gaan.
2. een tafeltje, staande kapstok, paraplubak met een hockystick
3. bijdehand, avontuurlijk, durfal
Slide 12 - Tekstslide
Fictie 1.1 realistisch en niet-realistische fictie
Fictie die 'net echt echt is' noemen we realitische fictie.
Bijvoorbeeld: films of boeken over de oorlog, of over een straatbende.
Het verhaal is verzonnen, maar het zou zo gebeurd kunnen zijn.
Slide 13 - Tekstslide
Fictie 1.1 realistisch en niet-realistische fictie
Fictie die niet waar kan zijn noemen we niet-realitische fictie.
Bijvoorbeeld: films of boeken over sprookjes of fantasy