1 Bij binnenkomst ga je op je plaats zitten en
neem je je spullen voor.
2 Wanneer ik aan het woord ben (of een klasgenoot), praat je er niet doorheen.
3 Wanneer je iets wilt zeggen/vragen steek je je hand op.
5 Bij niet-schoolgerelateerd telefoongebruik wordt deze ingenomen.
4 Er wordt niet gegeten/gedronken in het lokaal.