H3 Woordenschat

Mavo 4
Nieuw Nederlands 6

Hoofdstuk 3
Woordenschat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mavo 4
Nieuw Nederlands 6

Hoofdstuk 3
Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling hoofdstuk 2

Slide 2 - Tekstslide

Woordraadstrategieën

Slide 3 - Woordweb

Wat is de betekenis van: essentieel
A
figuurlijk
B
wezenlijk
C
prestatie
D
enig in zijn soort

Slide 4 - Quizvraag

Voorvoegsel / achtervoegsel
Voorvoegsels kunnen niet als los woord voorkomen.
Ze worden voor een bestaand woord gezet.
on + diep = ondiep

Achtervoegsels kunnen niet als los woord voorkomen.
Ze worden achter een bestaand woord gezet.
her + openen = heropenen

Slide 5 - Tekstslide

Verander de betekenis van het woord 'mens' door er een achtervoegsel bij te plaatsen

Slide 6 - Open vraag

Verander de betekenis van het woord 'bouwen' door er een voorvoegsel voor te zetten.

Slide 7 - Open vraag

Wat is de betekenis van: conclusie
A
slotsom
B
enig in zijn soort
C
einde
D
wezenlijk

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf je de afkorting van:
in tegenstelling tot

Slide 9 - Open vraag

door middel van
met andere woorden
in verband met
zo spoedig mogelijk
d.m.v.
m.a.w.
i.v.m.
z.s.m.
door
anders gezegd
vanwege
zo snel 
je kunt

Slide 10 - Sleepvraag

Bedenk een synoniem voor:
virtueel geld

Slide 11 - Open vraag

Wat is een synoniem voor:
aanvaarden
A
in bezit of in gebruik nemen
B
accepteren
C
accepteren dat je ouder wordt
D
invullen

Slide 12 - Quizvraag

Geef een voorbeeld:
Deze flessen bevatten bijvoorbeeld...

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent:
interpreteren
A
opsporen
B
controleren
C
uitleggen
D
opschrijven

Slide 14 - Quizvraag

Waar kan je een gebrek aan hebben?

Slide 15 - Open vraag

Je kunt alle regels in een contract vastleggen.
Wat betekent vastleggen?
A
opbergen
B
opschrijven
C
uitzoeken
D
vastbinden

Slide 16 - Quizvraag