taal, thema 4, les 17

thema 4, les 17: onregelmatige werkwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

thema 4, les 17: onregelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf van de persoonsvorm het hele werkwoord op en dan de persoonsvorm in de verleden tijd.
Sjoerd mag met Reza mee.

Slide 2 - Open vraag

Schrijf van de persoonsvorm het hele werkwoord op en dan de persoonsvorm in de verleden tijd.
Ze zullen bij haar opa op bezoek gaan.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf van de persoonsvorm het hele werkwoord op en dan de persoonsvorm in de verleden tijd.
Maar opa is niet thuis.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf van de persoonsvorm het hele werkwoord op en dan de persoonsvorm in de verleden tijd.
Hij heeft wel een briefje neergelegd.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf van de persoonsvorm het hele werkwoord op en dan de persoonsvorm in de verleden tijd.
Ik ben met een lief dametje koffie drinken.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf van de persoonsvorm het hele werkwoord op en dan de persoonsvorm in de verleden tijd.
De kinderen kunnen hun ogen niet geloven.

Slide 7 - Open vraag

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.
Het zal toch niet waar zijn?

Slide 8 - Open vraag

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.
Op zijn oude dag is opa verliefd geworden.

Slide 9 - Open vraag

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.
Hij wil de hele dag bij haar in de buurt zijn.

Slide 10 - Open vraag

Zet de persoonsvormen (2x) in de verleden tijd.
Ze heeft volgens hem de mooiste ogen die je je kunt voorstellen.

Slide 11 - Open vraag

Zet de persoonsvormen (2x) in de verleden tijd.
Samen zijn ze 170 jaar en ze kunnen niet zonder elkaar.

Slide 12 - Open vraag

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.
En wij mogen er niet eens om lachen.

Slide 13 - Open vraag