Les 2 - Doelen stellen + voedingsanamnese

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 2

Weekplanning

Week 1 - Wat komt er bij een advies kijken

Week 2 - Doelen stellen en voedingsanamnese

Week 3 - Voedingsbehoefte berekenen

Week 4 - Advies opstellen + begin casustoets

Week 5 - Casustoets - 1e versie inleveren

Week 6 - Casustoets inleveren

Leerdoelen

Aan het einde van de les: 

• Kun jij een doel SMART formuleren; 
• Kun jij hoofd- en subdoelen opstellen die aansluiten bij de hulpvraag, wensen/behoeften van een klant;
• Kun jij een voedingsanamnese afnemen;
• Kun jij a.d.h.v. een voedingsanamnese een korte conclusie trekken over de voedingsinname. 

Doelen vaststellen en de voedingsanamnese

Weten, willen weten en wat heb ik geleerd?

Specifiek

• Wat wil je precies bereiken? 
• Wat heb je nodig om de doelen te realiseren? 

'Ik wil gezonder leven'

'Ik wil afvallen door 85% binnen de Schijf van Vijf te eten per dag' 

Meetbaar

Het resultaat moet zichtbaar zijn. Wordt vaak in
getallen of percentages uitgedrukt. 

• Wanneer heb je je doel behaald?

Binnen 30 weken 15 kilo afvallen. 

Acceptabel of Aanvaardbaar

• Is het doel acceptabel?
• Stemt de klant zich in met de gestelde doelen?

Realistisch

• Is het doel haalbaar binnen de gestelde tijd? 
• Daag je de klant voldoende uit of ben je te veeleisend?
• Staan de inspanningen die verricht moeten worden in
  verhouding tot andere werkzaamheden of doelen die ook gesteld zijn?

Tijdgebonden

Doelen moeten binnen een bepaalde tijd gerealiseerd
zijn. 

• Wanneer wil je het doel hebben behaald?
• Wanneer ga je evalueren?

'Binnen 30 weken wil ik 15 kilo afvallen'

Opdracht 

• Formuleer een hoofddoel en 2 subdoelen bij de volgende casus

Voedingsanamnese

Waarvoor gebruik je een voedingsanamnese?

Voedingsanamnese

• Informatie over de voedingsinname verkrijgen;
• De behandeling kun je zo goed mogelijk afstemmen op de voedingsgewoonten; 
• Om een behandeling te evalueren.  

Methodieken:

• Dietary history;
• 24-uur recall; 
• De één of meerdaagse opschrijfmethodiek voedingsdagboek;
• De schriftelijke voedselfrequentiemethode;
• De mondelinge voedselfrequentiemethode. 

Klik hier

Opbouw van een voedingsanamnese

Opdracht

• 1 voedingsvoorlichter: voert de voedingsanamnese uit
• 1 klant: krijgt een voedingsdagboek en vertelt wat hij of zij heeft gegeten en gedronken
• 1 observator: maakt aantekeningen van wat er opvalt

 

Voedingsanamnese eerst voor doen met een student. 

Daarna de opdracht laten uitvoeren. Hiervoor kan het volgende dagmenu gebruikt worden: 

Ontbijt:

1 snee volkoren brood met halvarine en 30+ kaas (zelf gesneden plakken)

Kop thee (zonder suiker)

Tussendoor:

1 appel

2 koppen thee

400 ml water

Lunch:

200 ml magere kwark met zelfgemaakte granola met honing (2 el)

Kop thee

Tussendoor 2:

1 Banaan

2 Koppen thee

400 ml water

1 handje ongezouten noten

Warme maaltijd:

2 opscheplepels aardappelpartjes gebakken in de airfryer

1 tl mayonaise

1 zelfgemaakte kipschnitzel (gemaakt van 1 kipfilet, 0,5 ei, 1 el bloem, 1 el paneermeel, peper en zout) – gebakken in 1 el zonnebloemolie

5 opscheplepels broccoli (gekookt zonder zout)

Tussendoortje 3:

Kopje koffie (senseo – zwart)

Blokje butterscotch chocolade

Leerdoelen

Aan het einde van de les: 

• Kun jij een doel SMART formuleren; 
• Kun jij hoofd- en subdoelen opstellen die aansluiten bij de hulpvraag, wensen/behoeften van een klant;
• Kun jij een voedingsanamnese afnemen;
• Kun jij a.d.h.v. een voedingsanamnese een korte conclusie trekken over de voedingsinname.