M2 H4 Lezen

Ma & di  23-24  januari
Mobiele telefoons in telefoontas
Lesboek en huiswerk op tafel
Leesboek: 15 minuten stillezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ma & di  23-24  januari
Mobiele telefoons in telefoontas
Lesboek en huiswerk op tafel
Leesboek: 15 minuten stillezen

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken huiswerk opdr. 3
1 De broek is gescheurd. --> gescheurde broek 
2 Het standbeeld wordt verlicht. --> verlichte standbeel
3 De boom is omgehakt. --> omgehakte boom 
4 Het sportcomplex is vergroot. --> vergrote sportcomplex

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken huiswerk opdr. 4
1 De klantenservice heeft mijn e-mail dinsdag al beantwoord.

3 Hoelang rijdt Marianne al op haar paard Lucky?

5 Op internet staat uitgebreide informatie over spaarrekeningen.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken huiswerk opdr. 5
  1. croissant    bureau
  2. journalist   cadeaus
  3. souvenir   turqoise
  4. douane   routekaart
  5. enthousiast   reservoir
  6. niveau   tournee

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: LEZEN
Lesdoel: 
ik leer het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.

Slide 5 - Tekstslide

Uitlegfilmpje
https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/50e4d810-8ad4-45ac-8ad7-ae5932a6b325/contentUnit/59bb8438-3650-4887-83a6-797855dd0b99 

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf mee:
Feit = een uitspraak die waar of niet waar is. 
Een feit is controleerbaar.

Bijvoorbeeld:
Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen rood de mooiste kleur vinden.

Slide 7 - Tekstslide

Mening of standpunt
Een mening = een uitspraak over wat iemand vindt. 
Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn. 
Herkenbaar aan: ik vind en volgens mij.

Bijvoorbeeld:
Ik vind schilderijen van vroeger mooier dan moderne kunst.

Slide 8 - Tekstslide

Argument
Argument = uitleg (reden) waaróm je een bepaalde mening hebt of mening verdedigt.
Herkenbaar aan: want, omdat, namelijk en immers

Bijvoorbeeld:
Ik vind oude schilderijen mooier (mening), want op oude schilderijen zie je beter wat het voorstelt (argument).

Slide 9 - Tekstslide

Zelf doen
Maken opdracht 1 blz. 90

Slide 10 - Tekstslide

Maken
opdracht 2 en 3
blz. 92-93

Slide 11 - Tekstslide