Procenten (1.2)

procenten
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

procenten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

%
50%
30%
100%
1%

Slide 3 - Tekstslide

%
50%
30%
100%
1%
= alles
10030=103
1001
10050=105=21
100100=11=1
je kunt procenten omzetten in een breuk

Slide 4 - Tekstslide

50% van de kinderen eet vijf keer per week fruit.

Slide 5 - Tekstslide

50% van de kinderen eet vijf keer per week fruit.
50% = 50 van de 100
Procent = van de 100

Slide 6 - Tekstslide

Procent = van de 100
50% = 
10050=105=21
50% van de kinderen eet vijf keer per week fruit.
50% = 50 van de 100

Slide 7 - Tekstslide

50%   van de 24
?
50% = 
21
Procent = van de 100
50% van de kinderen eet vijf keer per week fruit.

Slide 8 - Tekstslide

50% =  12 van de 24
50% = 
21
Procent = van de 100
50% van de kinderen eet vijf keer per week fruit.

Slide 9 - Tekstslide

bij procenten kom je ook vaak het woord korting tegen

Slide 10 - Tekstslide

korting

korting moet je eraf halen

eraf =  min

Slide 11 - Tekstslide

hoeveel is 50% van 20?
A
5
B
10
C
20
D
40

Slide 12 - Quizvraag

hoeveel is 50% van 60?
A
6
B
20
C
30
D
110

Slide 13 - Quizvraag

hoeveel is 50% van 280?
A
50
B
120
C
140
D
200

Slide 14 - Quizvraag

het kost normaal
€ 14,00
hoeveel kost het nu?
A
€ 14,00
B
€ 7,00
C
€ 21,00
D
€ 3,50

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel is 25%?
Procent = van de 100
50% =  
21

Slide 16 - Tekstslide

Procent = van de 100
Hoeveel is 25%?
25% =              =
10025
41

Slide 17 - Tekstslide

Procent = van de 100
Hoeveel is 25% van 20?
25% = 
10025=205=41

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel is 25% van 20?
(25% = 1/4)
A
4
B
5
C
8
D
10

Slide 19 - Quizvraag

Procent = van de 100
Hoeveel is 25% van 8?

Slide 20 - Tekstslide

het kost normaal
€ 8,00
hoeveel kost het nu?
A
€ 2,00
B
€ 4,00
C
€ 6,00
D
€ 8,00

Slide 21 - Quizvraag

Welke breuk hoort bij 10%?
Procent = van de 100

Slide 22 - Tekstslide

10% =              =
10010
101
Procent = van de 100
Welke breuk hoort bij 10%?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

21

Slide 25 - Tekstslide

21
41

Slide 26 - Tekstslide

21
41
43

Slide 27 - Tekstslide

21
41
43
81

Slide 28 - Tekstslide

21
41
43
81
101

Slide 29 - Tekstslide

21
41
43
81
101
51

Slide 30 - Tekstslide

21
41
43
81
101
51
31

Slide 31 - Tekstslide

wie doet een test?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

een breukenkaart is een handig hulpmiddel

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

PREDIA rekentools

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Interactief breukenbord

Slide 39 - Tekstslide

50 %
20 %
33,333...%
de helft
één derde
één vijfde
1/2
1/5
1/3

Slide 40 - Sleepvraag

wat is meer?

Slide 41 - Tekstslide

begrijp je de procenten?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

  • Leg 4 kaarten op tafel
  • Zie je een set? Dan zeg je 'set'. 
  • Wijs de set aan.  
  • Goed? Kaartjes zijn voor jou.
  • Vul weer aan met 2 kaartjes.
  • Ligt er geen set? Leg er 2 kaartjes bij.

  • Groepjesstem!

Slide 45 - Tekstslide