briefconventies

briefconventies
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

briefconventies

Slide 1 - Tekstslide

post

Slide 2 - Woordweb

Formele taal
Formele taal is taal die je gebruikt in meestal serieuze situaties (zakelijk). 
Je gebruikt het vooral als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die  belangrijk zijn,  in een zakelijke situatie.
Je gedraagt je netjes en je gebruikt ook  nette taal. 

Wie weet voorbeelden wanneer je formele taal gebruikt?

Slide 3 - Tekstslide

Informele taal
Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. 
Je gebruikt het bijvoorbeeld als je praat met je ouder(s) of als je een berichtje schrijft naar een vriend. In persoonlijke situaties dus.
Het betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.

Slide 4 - Tekstslide

Een voorbeeld van een informele brief is :
A
briefje aan je moeder
B
een klachtenbrief
C
een boodschappenbriefje
D
een sollicitatiebrief

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 6 - Quizvraag

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke brief? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 7 - Sleepvraag

Indeling van een brief
Afzender: DOOR wie de brief wordt gestuurd, de gegevens
Datering: datum waarop de brief wordt geschreven
Adressering: AAN wie de brief wordt gestuurd:  naam, adres, postcode en woonplaats
Onderwerp: waar de brief over gaat
Aanhef: de begroeting bij het begin
Briefinhoud:  de inhoud: waar gaat de brief over, wat wil de schrijver van de lezer?  inleiding - kern - slot                                        
Afsluiting en ondertekening: gedag zeggen en handtekening

PS - Post Scriptum: als je nog iets extra wilt vertellen (nagekomen bericht)
Bijlagen: je vermeldt wat je meestuurt met je brief

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Later!

Slide 9 - Quizvraag

Hoe schrijf je plaats & datum?
A
Eindhoven, 10-01-2021
B
Eindhvn, 10 januari 2021
C
eindhoven, 10 Januari 2021
D
Eindhoven, 10 januari 2021

Slide 10 - Quizvraag

Belangrijk!
Na de plaats volgt een komma, en dan de datum met de maand in woorden

Nieuwegein, 11 oktober 2023
Zeist, 20 januari 2024


Slide 11 - Tekstslide

Belangrijk!
Na de aanhef volgt een komma, daarna een witregel.

Beste tante Meryem,

Hoe gaat het met u?

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijk!
Na de ondertekening, de afsluiting  volgt  ook een komma, daarna de naam van de afzender ( = degene die de brief stuurt).

Met vriendelijke groet,

Johanna de Boer


Slide 13 - Tekstslide

Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.
Plek 3
Plek 2
Plek 1
Plek 4
Plek 5
Geadresseerde
Plaats, datum
Afzender
Onderwerp
Aanhef

Slide 14 - Sleepvraag

Indeling van een brief
Afzender: DOOR wie de brief wordt gestuurd, de gegevens
Datering: datum waarop de brief wordt geschreven
Adressering: AAN wie de brief wordt gestuurd:  naam, adres, postcode en woonplaats
Onderwerp: waar de brief over gaat
Aanhef: de begroeting bij het begin
Briefinhoud:  de inhoud: waar gaat de brief over, wat wil de schrijver van de lezer?  inleiding - kern - slot                                        
Afsluiting en ondertekening: gedag zeggen en handtekening

PS - Post Scriptum: als je nog iets extra wilt vertellen (nagekomen bericht)
Bijlagen: je vermeldt wat je meestuurt met je brief

Slide 15 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag 
1) Je werkt aan de opdrachten van Schrijven Hoofdstuk 2

2) Je krijgt  een brief zonder hoofdletters en punten. Die ga jij er goed inzetten!

Slide 16 - Tekstslide