Intensifiers

Intensifiers & prepositions of place
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Intensifiers & prepositions of place

Slide 1 - Tekstslide

Goal of the lesson

By the end of this lesson you will be able to: 
Recognize intensifiers and use them 
Use preposition of place.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn intensifiers?
Intensifiers zijn woorden die de betekenis van andere woorden versterken. In het Nederlands heten deze woorden bijwoorden.

It is very exciting to be back after an incredibly long break.

I was kind of disappointed about my test results.

Slide 3 - Tekstslide

Waar staan intensifiers?
Intensifiers  staan direct vóór het woord waar ze iets over zeggen en geven antwoord op de vraag: Hoe? (How?)
Ralph is angry. 
Ralph is really angry.
She is creative.         
She’s extremely creative.














Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn intensifiers?

Slide 5 - Tekstslide

IMPORTANT!
Don't confuse to with too
to = naar  
too = te  

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
1. David is such a funny guy.
2. I am too tired to do my homework.
3. Kevin is a really good comedian.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een intensifier in een zin?
A
om de zin langer te maken
B
om de betekenis van een ander woord af te zwakken
C
om de betekenis van een ander woord te versterken

Slide 8 - Quizvraag

Welke is geen intensifier?
A
extremely
B
really
C
too
D
quickly

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste intensifier:

This story is far perfectly / too / such scary for me. I can’t continue reading.
A
perfectly
B
too
C
such

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste intensifier:

Thank you perfectly / very / seriously much!
A
Perfectly
B
Very
C
Seriously

Slide 11 - Quizvraag

Welke van deze woorden zijn intensifiers: absolutely, deeply, extremely, quite, really, so, too, very
A
allemaal
B
geen van allen
C
alleen absolutely
D
alleen really

Slide 12 - Quizvraag

Intensifiers: samengevat
Wat?: versterkt(=intensifies) de betekenis van een ander woord 

Hoe?: zet het woord voor het woord waar ze iets over zeggen.

Vb: She is extremelyangry right now. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Prepositions of place

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

3. Prepositions of place

Pick the right answer!
A
under
B
in front of
C
between
D
below

Slide 18 - Quizvraag

Prepositions of place

Pick the right answer!
A
next to
B
among
C
over
D
between

Slide 19 - Quizvraag

2. Prepositions of place

Pick the right answer!
A
under
B
on
C
in
D
behind

Slide 20 - Quizvraag

Complete the sentence by filling in the correct preposition of place.

The plane was flying _________________ the clouds. (boven)

Slide 21 - Open vraag

Prepositions of place

Pick the right answer!
A
I’m on an airplane.
B
I’m in an airplane.

Slide 22 - Quizvraag

Prepositions of place

Pick the right answer!
A
She is between the chair and the table.
B
She is among the chair and the table.

Slide 23 - Quizvraag

I always hang out with my friends ___ school.
A
in
B
on
C
at

Slide 24 - Quizvraag

Prepositions of place:
I'm ______ the bus.
A
at
B
in
C
on

Slide 25 - Quizvraag

Place the prepositions to the house!
in
above
behind
in front of
next to

Slide 26 - Sleepvraag

Do you understand the prepositions of place?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Heads down
Do exercise 6 and 7 in lesson 1.4 
Done ? then do exercises 3 and 4.

Slide 28 - Tekstslide