De dynamische mensvisie

De dynamische mensvisie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Toegepaste gedragswetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

De dynamische mensvisie

Slide 1 - Tekstslide

“Welk dier heeft in de ochtend vier poten, in de middag twee en in de avond drie?" Vooraleer Oedipus over de berg mocht reizen, moest hij van de sfinx dit raadsel oplossen.

Slide 2 - Open vraag

Wat?
Dynamisch: Wat in beweging is, wat niet stilstaat maar evolueert, is veranderlijk. Iets dat energiek, beweeglijk of actief is.
Dynamische mensvisie:
De mens:
- kan blijven groeien
- kan blijven bijsturen
- is nooit af

Slide 3 - Tekstslide

De mens verandert
Groeien: Het lichaam neemt in omvang en mogelijkheden toe
Rijpen: De organen kunnen hun functies opnemen.
Leren: verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes via allerlei activiteiten.

Slide 4 - Tekstslide

Maak oefening groeien rijpen en leren in google classroom

Slide 5 - Tekstslide

Erik Erikson

Slide 6 - Tekstslide

Erik Erikson 
  • Psycholoog
  • Deense ouders (Duitsland geboren in 1902- overleden in USA in 1994) 
  • 8 levens- of ontwikkelingsfasen  

Slide 7 - Tekstslide

ONTWIKKELINGSFASE ONTWIKKELINGSGRENZEN

Baby 0 – 1 jaar
Peuter 1 – 3 jaar
Kleuter 3 – 6 jaar
Lagereschoolkind 6 – 12 jaar
Jongere 12 – 20 jaar
Volwassene 20 – 65 jaar
Oudere 65 jaar - heengaan

Slide 8 - Tekstslide

Maak de oefening ontwikkelen op p 10

Slide 9 - Tekstslide

  Op 28 januari werd Theo geboren, ons eerste kindje. We gingen regelmatig naar Kind & Gezin waar zijn lengte, lichaamsmassa en hoofdomtrek werden nagekeken. Wanneer Theo drie weken oud was, werd zijn gehoor gecontroleerd. Via oorkapjes kreeg hij geluiden te horen. Zijn gehoor was prima. De eerste alarmerende symptomen traden op vanaf de leeftijd van twee jaar. In vergelijking met andere kinderen kon hij nog maar weinig woorden produceren. Na het eerste oudercontact in de onthaalklas vertelde zijn juf dat Theo niet altijd reageerde op zijn naam of op opdrachten. Ze raadde ons aan om een neus-keel-oorarts te raadplegen. We maakten een afspraak voor verder onderzoek. Er bleek vocht in zijn oortjes te zitten waardoor Theo niet goed kon horen. Er werden trommelvliesbuisjes geplaatst om het vocht af te voeren. Theo is nu drie jaar en maakt al korte zinnetjes.  

Slide 10 - Tekstslide

Geef een voorbeeld uit de casus die volgende uitspraak verduidelijkt: Door kennis over de ontwikkeling van kinderen kan een opvoeder tijdig opmerken dat de ontwikkeling misschien verstoord is.

Slide 11 - Open vraag

Geef een voorbeeld uit de casus die volgende uitspraak verduidelijkt: De opvoeder kan helpen het gedrag van de opvoedeling te begrijpen.

Slide 12 - Open vraag

Geef een voorbeeld uit de casus die volgende uitspraak verduidelijkt: De opvoeder kan helpen het gedrag van de opvoedeling te stimuleren.

Slide 13 - Open vraag

Leg met behulp van de casus van Theo het belang van ontwikkelingspsychologie uit voor het dagelijks functioneren van mensen.

Slide 14 - Open vraag

Duid de correcte omschrijving van 'ontwikkelen' aan.
A
Ontwikkelen doe je doorheen de verschillende levensloopfasen, van het lagere schoolkind tot aan de dood. Een mens ontwikkelt zich vanaf dan, zijn hele leven lang.
B
Ontwikkelen doe je doorheen bepaalde levensloopfasen, van adolescentie tot aan de dood. En mens ontwikkelt zich niet zijn hele leven lang
C
Ontwikkelen doe je doorheen de verschillende levensloopfasen, van de geboorte tot aan der dood. Een mens ontwikkelt zich zijn hele leven.

Slide 15 - Quizvraag

Bij welk begrip hoort volgende omschrijving:
Zorgt ervoor dat de organen hun functies kunnen opnemen.
A
rijpen
B
groeien
C
leren

Slide 16 - Quizvraag

Bij welk begrip hoort volgende omschrijving:
Het lichaam neemt in omvang en mogelijkheden toe.
A
rijpen
B
groeien
C
leren

Slide 17 - Quizvraag

Bij welk begrip hoort volgende omschrijving:
Verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes via allerlei activiteiten.
A
rijpen
B
groeien
C
leren

Slide 18 - Quizvraag

Vul in:
Felix heeft dit jaar zijn eerste examen. Hij weet nog niet goed hoe hij moet ___________________, dus krijgt hij begeleiding.
A
rijpen
B
groeien
C
leren

Slide 19 - Quizvraag

Vul in:
Yasmina mag met Sarah en haar mama mee naar een pretpark. Yasmina is 6 jaar en Sarah is er al 9. Omdat Yasmina nog te klein is mag ze niet alleen in een attractie. Ze moet nog _________________
A
rijpen
B
groeien
C
leren

Slide 20 - Quizvraag

Vul in:
Dario is een pasgeboren baby. Baby's zien weinig tot geen kleuren en hun wereld bestaat voornamelijk uit licht en donker. Later kan Dario uiteraard wel scherp en kleurrijk zien, maar eerst moet hij _______________
A
rijpen
B
groeien
C
leren

Slide 21 - Quizvraag

De ontwikkelingsgebieden

Slide 22 - Tekstslide

3 grote gebieden
  • De fysieke ontwikkeling
  • De cognitieve ontwikkeling
  • De socio-emotionele ontwikkeling

Slide 23 - Tekstslide

Fysieke ontwikkeling

Slide 24 - Tekstslide

Fysieke ontwikkeling
  • = alle ontwikkelingsprocessen die te maken hebben met ons lichaam
  • Ook weer 3 deelgebieden:
  1. lichamelijke ontwikkeling
  2. sensorische ontwikkeling
  3. motorische ontwikkeling

Slide 25 - Tekstslide

Lichamelijke ontwikkeling
  • Biologische factor: lengte, schoenmaat, kleur ogen, ...
  • Maar ook rijping en beheersing van spieren en ledematen  vb.  voetballen, basketten, zindelijkheidstraining, zelfstandig kunnen eten, ... 

Slide 26 - Tekstslide

Sensorische ontwikkeling
Alles wat met de zintuigen te maken heeft.  vb. smaak, kleuren zien, ...

Slide 27 - Tekstslide

Motorische ontwikkeling
  • = alle bewegingen waarbij spieren gebruikt worden.
  • 2 grote categorieën: onwillekeurige bewegingen (reflexen) en willekeurige bewegingen (gecontroleerde bewegingen)
  • Willekeurige bewegingen worden ook terug opgesplitst in:
  1. grove of grote motoriek
  2. fijne motoriek
Senso-motoriek = samenwerking tussen zintuigen en spieren

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Cognitieve ontwikkeling
  • = alle ontwikkelingsprocessen die te maken hebben met onze hersenen
  • Ook weer 3 deelgebieden:
  1. denkontwikkeling
  2. taalontwikkeling
  3. persoonlijkheidsontwikkeling

Slide 30 - Tekstslide

Denkontwikkeling
  • cognitieve processen: het omzetten van prikkels naar inzichten 
  • voorbeelden:
  1. baby hoort belletje van de microgolf en begint te zoeken naar papfles
  2. De bel gaat op het einde van de les en jullie spurten naar voor om je gsm te pakken.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Taalontwikkeling
  • Een baby komt vanaf de geboorte in contact met taal
  • Eerst moedertaalvreemdbrabbelen, nadien herkent het de klanken van de moedertaal
  • Belangrijk om veel te spreken en correct te spreken tijdens het eerste levensjaar.  Is bodem voor de latere taalontwikkeling

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Persoonlijkheidsontwikkeling
  • Baby beseft eerst niet dat het een eigen persoontje is.
  • Eerst leert het zijn eigen lichaam kennen en nadien ontstaat ook de eigen wil.
  • Belangrijke fase hierin is de koppigheidsfase

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

socio-emotionele ontwikkeling

  • 2 deelgebieden:
  1. sociale ontwikkeling
  2. emotionele ontwikkeling

Slide 37 - Tekstslide

Sociale ontwikkeling
  • = alle veranderingen die we ondergaan in de omgang met anderen
  • we leren uit verschillende contexten waar we ons in begeven.  vb school, sportclub, familie, ...

Slide 38 - Tekstslide

Emotionele ontwikkeling
  • Vanaf de geboorte heeft een kind emoties.  
  • In het begin moeilijk te uiten, leert dit vooral door contact met anderen.
  • vb. Verschillende manieren van huilen

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Wat waren nu weer de 3 deelgebieden van de fysieke ontwikkeling?

Slide 41 - Open vraag

Wat waren de deelgebieden van de cognitieve ontwikkeling?

Slide 42 - Open vraag

Maak de oefening ontwikkelings(deel)gebieden op p 14 in jullie cursus

Slide 43 - Tekstslide