Leesvaardigheid H1 les 1

Leesvaardigheid 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Terugblik
- Lesdoel
- Uitleg
- Voorkennis activeren
- Aan de slag
- Reflectie

Slide 2 - Tekstslide

Welk verband herken je in de volgende zin?

Hoewel Marit niet had geleerd voor het examen, haalde ze toch een voldoende.
A
Tegenstelling
B
Tijdsvolgorde
C
Opsomming
D
Uitleggend

Slide 3 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin?

Mijn broertje wil graag een ijsje, een appeltaart, een glas drinken en een pizza.
A
Tegenstelling
B
Tijdsvolgorde
C
Opsomming
D
Uitleggend

Slide 4 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin?

Marco is een natuurtalent in balsporten, zoals voetbal.
A
Tegenstelling
B
Tijdsvolgorde
C
Opsomming
D
Uitleggend

Slide 5 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin?

Eerst ga je naar de kapper en vervolgens ga je nieuwe schoenen kopen.
A
Tegenstelling
B
Tijdsvolgorde
C
Opsomming
D
Uitleggend

Slide 6 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zinnen?

Veel modern voedsel bevat stoffen die slecht zijn voor de gezondheid. Ze kunnen bijvoorbeeld obesitas veroorzaken.
A
Tegenstelling
B
Tijdsvolgorde
C
Opsomming
D
Uitleggend

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Link

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 9 - Open vraag

Welke leesstrategie heb je gebruikt om erachter te komen?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 10 - Quizvraag

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je de tekstverbanden "opsommend, tijdsvolgorde, tegenstellend, uitleggend, redengevend, concluderend en vergelijkend" herkennen in een tekst.

Aan het einde van deze les ken je de vier leesstrategieën "verkennend, studeren, zoekend en nauwkeurig" en weet je wanneer je welke strategie kunt gebruiken.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leesstrategieën
wat?
wanneer?
Hoe?
Verkennend lezen
Om het onderwerp van de tekst te bepalen.
Titel, inleiding, slot, tussenkopjes, dikgedrukte woorden en plaatjes bekijken.
Nauwkeurig lezen
Om de hoofdgedachte te kunnen bepalen en de hele tekst te begrijpen.
De gehele tekst aandachtig doorlezen.
Zoekend lezen
Om vragen over de tekst te beantwoorden.
Lees de vraag en zoek in de tekst naar het antwoord.
Studerend lezen
Om de inhoud van de tekst te onthouden/leren.
Gebruik leerstrategieën (samenvatting maken, markeren, verbanden leggen etc.)

Slide 13 - Tekstslide

"Voor het proefwerk geschiedenis had ik een slecht cijfer, omdat ik er te weinig voor geleerd had."
A
redengevend
B
concluderend
C
vergelijkend
D
uitleggend

Slide 14 - Quizvraag

"Vergeleken met vorig jaar zijn de temperaturen in de Alpen nu een stuk hoger."
A
redengevend
B
concluderend
C
vergelijkend
D
uitleggend

Slide 15 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je om de hoofdgedachte te bepalen?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 16 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je het onderwerp te bepalen?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 17 - Quizvraag

Samen oefenen
Maak opdracht 2 en 3 op bladzijde 23-24.

na 4 minuten nakijken

in tweetallen.


timer
4:00

Slide 18 - Tekstslide

Voorkennis activeren
Waarom?

Slide 19 - Tekstslide

Wie heeft er wel eens afval in de natuur gegooid ipv het weg te gooien in een prullenbak?
Ik
Ik zou dat nooit doen.

Slide 20 - Poll

Wat ga je doen?
Maak opdracht 4, 6, 7 en 9.
Markeer signaalwoorden in de tekst

10 minuten in stilte
geen vragen

Klaar? 
Maak opdracht 5




timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je de tekstverbanden "opsommend, tijdsvolgorde, tegenstellend, uitleggend, redengevend, concluderend en vergelijkend" herkennen in een tekst.

Aan het einde van deze les ken je de vier leesstrategieën "verkennend, studeren, zoekend en nauwkeurig" en weet je wanneer je welke strategie kunt gebruiken.
Controlevraag

Wat is het verband in de volgende zin:

Ik heb vanmiddag hockey en ik heb nog veel ander huiswerk, dus de docent mag de deadline maar even verplaatsen.

Slide 22 - Tekstslide