wat ken je al?

wat ken je al?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

wat ken je al?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Checken of je de begrippen al kent!
Hoe? 
Vul allereerst de lescode in Lessonup in en leg daarna je IPad aan de kant 
Op het bord komen vragen te staan
Kies het juiste antwoord en loop naar de hoek waar de juiste letter hangt
Heb je het fout? Dan ga je zitten maar doe je wel mee in de lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst...
Even de tafels aan de kant
Na afloop ook weer even samen opruimen!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de wederopbouw?
A
De verzuiling in de jaren 50
B
het bouwen van flats ipv huizen
C
na wo II opnieuw bouwen wat verwoest is.
D
Een periode van welvaart in de jaren 60

Slide 4 - Quizvraag

Wat is verzuiling?
A
De verdeling van Nederland per provincie waarbij opleidingsniveau een belangrijk onderdeel is.
B
De verdeling van Nederland betreft inkomen en arbeidsverdeling per provincie.
C
Sociale verdeling van de bevolking in groepen gebaseerd op levensbeschouwelijke en politieke overtuigingen
D
Het verschil tussen de randstad en het platteland uitgedrukt in cultuur.

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk van de vier zuilen hoort/hoorde de KRO?
A
Protestante Zuil
B
Liberale Zuil
C
Katholieke Zuil
D
Socialistische Zuil

Slide 6 - Quizvraag

Welke vier zuilen zien we hier?
A
Socialisten, liberalen, populisten en katholieken
B
Katholieken, populieren, socialisten en christenen
C
Liberalen, socialisten, katholieken en protestanten
D
Protestanten, katholieken, populisten en provo's

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het harmoniemodel?
A
Samenwerking tussen de overheid en werkgevers.
B
Samenwerking tussen overheid, werkgevers en werknemers.
C
Samenwerking tussen de overheid en werknemers.
D
Samenwerking tussen de werkgevers en werknemers.

Slide 8 - Quizvraag

Welk plan zorgde voor geld en goederen vanuit de VS tijdens de Wederopbouw?
A
EGKS
B
Harmoniemodel
C
Marshallplan
D
Geleide loonpolitiek

Slide 9 - Quizvraag

In de grafiek is een ontwikkeling te zien die past bij een begrip. Bij welk begrip past deze ontwikkeling?
A
harmoniemodel
B
ontzuiling
C
ontkerkelijking
D
verzuiling

Slide 10 - Quizvraag

Welk begrip past goed bij de afbeelding?
A
Gastarbeider
B
harmoniemodel
C
wederopbouw
D
consumptiemaatschappij

Slide 11 - Quizvraag

Het loslaten van de geleide loonpolitiek zorgde voor
A
een enorme inflatie en achteruitgang van de economie
B
een stijging van de welvaart
C
groei van de inkomensverschillen in Nederland
D
een krimpende economie en stagnering van de productie

Slide 12 - Quizvraag

Wat waren gevolgen van de geleide loonpolitiek?
A
Exportproducten goedkoper + meer werkgelegenheid
B
Exportproducten duurder + meer werkgelegenheid
C
Importproducten duurder + meer werkgelegenheid
D
Importproducten goedkoper + minder werkgelegenheid

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke periode hoort: geleide loonpolitiek
A
1945-1950
B
1950-1960
C
1960-1970
D
1970-1980

Slide 14 - Quizvraag

Wat was de oorzaak van de loongolf in 1963
A
De overheid bepaalde niet langer hoe hoog een loon mocht zijn en Door de wederopbouw van Europa nam de handel toe
B
Nederlanders gingen meer werken.
C
Er werd meer gehandeld met andere Europese landen.
D
Nieuwe geldstortingen vanuit Amerika zorgde voor een toename van de lonen.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
maatschappij waarin mensen spullen kunnen kopen voor een aangenaam leven
B
maatschappij van liefdadigheid
C
maatschappij waarin niet geleend mag worden
D
de jaren 20

Slide 16 - Quizvraag

Wat is secularisatie?
A
meer mensen vrije tijd
B
minder mensen vrije tijd
C
minder mensen naar de kerk, ontkerkelijking
D
meer mensen naar de kerk

Slide 17 - Quizvraag

Wat was de oorzaak van de loongolf in 1963
A
De overheid bepaalde niet langer hoe hoog een loon mocht zijn en Door de wederopbouw van Europa nam de handel toe
B
Nederlanders gingen meer werken.
C
Er werd meer gehandeld met andere Europese landen.
D
Nieuwe geldstortingen vanuit Amerika zorgde voor een toename van de lonen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat klopt niet?
De oorzaak van ontzuiling lag mede aan
A
het ontstaan van jongerenculturen
B
het ontstaan van de consumptiecultuur
C
secularisatie
D
feminisme

Slide 19 - Quizvraag

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provo's
C
Hippies
D
Hipsters

Slide 20 - Quizvraag

In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze
jongerencultuur?
A
Door de komst van gastarbeiders: autochtone jongeren wilden een eigen identiteit ontplooien.
B
Door het harmoniemodel: jongeren zochten naar duidelijke keuzes in plaats van compromissen.
C
Door de armoede na de oorlog: jongeren uit arme gezinnen zochten nieuwe vormen van vermaak.
D
Door de welvaart: jongeren kregen geld en vrije tijd om zich persoonlijk te ontwikkelen.

Slide 21 - Quizvraag

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters

Slide 22 - Quizvraag

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters

Slide 23 - Quizvraag

Wat is democratisering?
A
Dat mensen meer een dictatuur willen
B
Dat ze de invloed van de burgers willen vergroten
C
Dat de koning meer macht krijgt

Slide 24 - Quizvraag

Het hebben van inspraak op een school heeft te maken met de democratisering
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer was de tweede feministische golf?
A
jaren 1910
B
jaren 1920
C
jaren 1960
D
jaren 1990

Slide 26 - Quizvraag

De Tweede Feministische Golf streed voor ......
A
Kiesrecht vrouwen
B
Gelijke behandeling mannen en vrouwen

Slide 27 - Quizvraag