Formatieve check hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2

Formatieve check hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Formatieve check hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat is consumer power?
A
De invloed van consumenten in een groep
B
Veel producten kunnen kopen voor lage prijs
C
De producent laten maken wat jij wilt
D
Korting regelen

Slide 2 - Quizvraag

Als je iets koopt, biedt zo’n product soms niet wat het belooft. Gelukkig komen ................................................  op voor de belangen van de consument, zoals de ......................   Zo’n onderzoek noem je een ................... 
 Als consument heb je altijd recht op een ......... product. 
Dat betekent dat het bij normaal gebruik een redelijke tijd moet meegaan. Ook krijg je op veel producten ........, zodat je weet dat je met het product kunt teruggaan naar de winkelier.



consumentenorganisaties
Consumentenbond
vergelijkend warenonderzoek
deugdelijk
 garantie

Slide 3 - Sleepvraag

De WOZ-waarde wordt bepaald door de makelaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een voorbeeld van gemeentelijke belastingen is de hondenbelasting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De netbeheerkosten is een voorbeeld van variabele kosten van een energierekening.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Geluidoverlast is een voorbeeld van maatschappelijke kosten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de Warenwet?
A
Dat warenhuizen genoeg producten moeten verkopen
B
Het verbod op verkoop van voedsel en andere producten die gevaarlijk zijn voor je gezondheid of veiligheid
C
Dat warenhuizen deugdelijke producten moeten verkopen aan de consument

Slide 8 - Quizvraag

Wie controleert er of bedrijven zich wel houden aan de Warenwet?
A
De producenten
B
Het ministerie van volksgezondheid
C
Het voedingscentrum
D
De NVWA

Slide 9 - Quizvraag

Een ander woord voor hypothecaire lening is hypotheek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Je kunt een deel van de betaalde hypotheekrente terugvragen aan de bank.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Over de hypothecaire lening betaal je rente en aflossing
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Een Bosch vaatwasser kost bij MediaMarkt € 579. Bij de Witgoedspecialist € 639. Hoeveel procent is de Witgoedspecialist duurder dan MediaMarkt?
A
9,4%
B
10,4%

Slide 13 - Quizvraag

Wat houdt de Colportagewet in?
A
Een wet die regels stelt aan verkoop op markten
B
Een wet die regels stelt aan verkoop aan de deur
C
Een wet die regels stelt aan online verkoop
D
Een wet die regels stelt aan verkoop in winkels

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer geldt de colportagewet niet?
A
Verkoop aan de deur
B
Verkoopdemonstratie
C
Gekocht op internet
D
Thuisverkoop

Slide 15 - Quizvraag

De prijs van 460 gram aardbeien is 3,25. Bereken de prijs per 100 gram.
A
€0,75
B
€0,71
C
€0,81
D
€0,85

Slide 16 - Quizvraag


product A
250 gram
€ 1,33
product B
400 gram
€ 2,56
product C
635 gram
€ 2,99
Bereken de prijs per 100 gram
A
€ 3,33 € 10,24 € 18,99
B
€ 0,532 € 0,64 € 0,471
C
€ 0,53 € 0,64 € 0,46
D
€ 0,53 € 0,64 € 0,47

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een consumentenorganisatie?
A
een groep winkeliers
B
een groep klanten
C
een organisatie de de consument steunt
D
een organisatie die de winkelier steunt

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn geen maatschappelijke kosten?
A
Geluidscherm langs de snelweg
B
Het water uit de riolering schoonmaken
C
Afval sorteren
D
Longziektes die ontstaan door de vuile lucht

Slide 19 - Quizvraag

Welke wet beschermt je tegen onveilige producten?
A
De Warenwet
B
De Wet productaansprakelijkheid
C
De Wet koop op afstand
D
De Colportagewet

Slide 20 - Quizvraag

Reken het percentage uit
Bereken het percentage van de de verandering.


A
(63-70)/70*100% = -10%
B
63/70*100% = 90%
C
(70-63)/63*100% = -11%
D
(70-63)/63*100% = 11,1%

Slide 21 - Quizvraag

Bereken het percentage:

12 van de 48 =
A
12
B
24
C
25
D
48

Slide 22 - Quizvraag