Thema 3 basisstof 2: geslachtschromosomen

Geslachtschromosomen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Geslachtschromosomen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vragen over het huiswerk?
  • Terugblik basisstof 1
  • Uitleg basisstof 2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van de les 
- Weet je weer wat het fentype en genotype is
- Kan je uitleggen hoe geslachtschromosomen het geslacht van de mens bepalen


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk

Vragen?

Slide 4 - Tekstslide

Basisstof 1
  • Wat is het fenotype?
  • Wat is het genotype?
  • Hoe ontstaat het genotype van een organisme?

Slide 5 - Tekstslide

Basisstof 1
Fenotype = het uiterlijk van een organisme
Genotype = de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme

De chromosomen uit de eicel en de zaadcel vormen (in een bevuchte eicel) het nieuwe genotype

Slide 6 - Tekstslide

Basisstof 2
Chromosomen komen in paren voor 
Chromosomen bevatten al de erfelijke eigenschappen
Mens heeft 23 chromosoomparen

Slide 7 - Tekstslide

Geslachtschromosomen
 De geslachtschromosomen
 bepalen of iemand een man
 of vrouw is. 

Vrouw: 2 X-chromosomen
Man: 1 X- en 1 Y-chromosoom


Slide 8 - Tekstslide

geslachtscel
Elke geslachtscel bevat 1 geslachtschromosoom
Bij bevruchting versmelten de kern van de eicel en die van de zaadcel samen. 

Het geslacht is afhankelijk van het genotype van de zaadcel

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken basisstof 1 en 2

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk maken basisstof 2

Doel bereikt?
- Weet je weer wat het fentype en genotype is 
- Kan je uitleggen hoe geslachtschromosomen het geslacht van de mens bepalen

Slide 11 - Tekstslide