3 vmbo-k thema 3.2 Erfelijkheid: geslachtschromosomen

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
3.2 Geslachtschromosomen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
3.2 Geslachtschromosomen

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorig les: genotype en fenotype
nakijken huiswerk
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.2 Geslachtschromosomen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen
afsluiten les

Slide 2 - Tekstslide

herhalen vorige les
wat is een gen?
wat is het genotype?
wat is het fenotype?

Slide 3 - Tekstslide

nakijken huiswerk
opdracht 4, 10 en 11

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
- weet je hoeveel chromosomen er in een lichaamscel van de mens zitten
- weet je hoeveel chromosomen er in een geslachtscel van de mens zitten
- weet je welke chromosomen bepalen of je man of vrouw bent
- weet je welke geslachtschromosomen (X of Y) bepalen of je een man of vrouw bent

Slide 14 - Tekstslide

geslachtschromosomen in lichaamscellen

een mens heeft 46 chromosomen in elke lichaamscel
deze zijn gerangschikt in 23 paren

het 23e chromosomenpaar zijn geslachtschromosomen: deze bepalen of je man of vrouw bent


Slide 15 - Tekstslide

chromosomenportret

Slide 16 - Tekstslide

geslachtschromosomen in lichaamscellen

vrouw: XX
man: XY

Slide 17 - Tekstslide

geslachtschromosomen in geslachtscellen
geslachtscellen: eicel (vrouw) en zaadcel (man)

Een geslachtscel bevat maar 1 geslachtschromosoom        (X of Y)
Een eicel bevat enkel een X-chromosoom
Een zaadcel bevat een X of een Y-chromosoom

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

geslachtschromosomen bij de bevruchting

Slide 20 - Tekstslide

geslachtschromosomen bij de bevruchting
bij bevruchting versmelt de kern van een eicel met de kern van een zaadcel

eicel X + zaadcel X = XX = meisje
of
eicel X + zaadcel Y = XY = jongetje
de zaadcel bepaalt dus het geslacht van de baby!!

Slide 21 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 22 - Tekstslide

zelf aan de slag
opdracht 16 (is ook huiswerk)

klaar? Maak dan de andere opdrachten bij deze basisstof

Slide 23 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
- weet je hoeveel chromosomen er in een lichaamscel van de mens zitten
- weet je hoeveel chromosomen er in een geslachtscel van de mens zitten
- weet je welke chromosomen bepalen of je man of vrouw bent
- weet je welke geslachtschromosomen (X of Y) bepalen of je een man of vrouw bent

Slide 24 - Tekstslide

huiswerk
opdracht 16

Slide 25 - Tekstslide