Gesprek/houding

• Verkooppraktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 

      

Inleiding

Leerdoelen 

Voorkennis 

Theorie 

Aan de slag

Afsluiting

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

•  Ik kan de klant op een klantvriendelijke manier benaderen.
• Ik begroet en neem afscheid van de klant op de juiste manier
•  Ik kan 3 verschillende klantensoorten opnoemen en kan deze uitleggen. 

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Wat weet je nog van de vorige les

Wat kan je mij vertellen over..

• Persoonlijke hygiëne (inclusief zweten.)
•  Bedrijfskleding
• Make-up
• Haarverzorging
• Mondverzorging
• Handverzorging
• Voetverzorging
• Goede manieren

Lichaamshouding

• Manier waarop je zit, staat en loopt.
• Door je lichaamshouding krijgt de klant een indruk van je.

Wat is lichaamshouding?

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 

Lichaamshouding

Bij een slechte lichaamshouding denkt de klant:

- Die heeft geen zin. 

- Die houdt niet van werken.

- Die wil mij niet helpen. 

- Dit is geen winkel waar ik fijn kan winkelen. 

Representatie!

Goede spreektaal

Foute spreektaal

Duidelijk en verstaanbaar. 

Klant niet aankijken

Snel praten

Klant aankijken als je praat. 

Niet te snel praten.

Woorden onduidelijk uitspreken.

Onduidelijk en onverstaanbaar. 

Alle woorden duidelijk uitspreken

Hoe praat je goed tegen de klant?

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 

Lastige klanten

• Onvriendelijk
• Doen alsof ze de baas over de winkel zijn.
• Heel veel praten/vragen stellen
• Van alles oppakken en terugleggen.

Hoe los je dit op? 

Representatie, en blijf beleefd!

Dingen die je niet kan zeggen 

In het bijzijn van de klant kan je niet alles zeggen, bijvoorbeeld: 

• Zeggen dat je naar de wc's moet
• Met je collega's over de klanten praten. 
• Smoezen of lachen met je collega's 

Representatie, en blijf beleefd!

Aan de slag!

Afsluiting

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Wat vond je van de afgelopen les?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?

010