Ma 26 februari Spelling werkwoorden/ tussenletters in samenstellingen

Werkwoorden vervoegen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden vervoegen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletter in samenstellingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Driedelige samenstelling
Een samenstelling uit drie woorden is een driedelige samenstelling.

Als je er een spatie in schrijft, verandert de betekenis.
Denk dus altijd goed na!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletter 'en' in samenstelling
Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -en heeft, dan schrijf je dat ook in de samenstelling.
Dus:

beukennootje
fietsenstalling

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
Je schrijft een samenstelling als één woord.
windmolenmonteur

Je zet NOOIT een spatie in een samenstelling.

Je zet een koppelteken bij letterverwarring.
wiskunde-expert

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden, 
heet een samenstelling.

Bijvoorbeeld: 
voetbalwedstrijd

Slide 12 - Tekstslide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Het eerste deel van de samenstelling 
is geen ZN 
Het eerste deel van de samenstelling is uniek
Het eerste deel van de samenstelling heeft ook een meervoud op -S
Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud
Het geheel is een BN en het 1e deel versterkt het 2e deel
jongeman 
zonnebank
keuzestress
rijstepap 
beregoed 

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke illustraties maken samen een goede samenstelling ? Slepen maar! 

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen samenstelling?
A
Voetbal
B
Gebak
C
speelplein
D
Handdoek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
A
fantasieboeken
B
fantasie boeken
C
fantasyboeken
D
fantasy boeken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen samenstelling
A
kansrijk
B
hoopvol
C
belangrijk
D
hopelijk

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
apetrots

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
A
koninginnensoep
B
koninginnesoep

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
Een woord met een streepje erin
B
Een woord dat uit minimaal twee lettergrepen bestaat
C
Een woord dat bestaat uit meerdere werkwoorden
D
Een woord dat bestaat uit meerdere zelfstandig naamwoorden

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
A
beresterk
B
berensterk

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
Aaibaar
B
Meisjesfiets
C
kapot
D
niks

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
avon+tuur = avontuur
B
melk + pak = melkpak
C
honger+ig = hongerig

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling
A
weegschaal
B
loopt
C
school
D
het

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
A
groentesoep
B
groentensoep

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
huiswerkmap

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
ontharding
B
hoofdhaar
C
beharing
D
onthoofd

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor 27 februari
Spelling blok 4
Maken 1 t/m 3 



Samenstellingen leren.
Dorpswinkel schrijf je met een tussenletter 's'



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies